OPNAMESTAND
FLITSCORRECTIE
U kunt het niveau van de flitsdosering over ±2 stops
corrigeren, in stappen van 1/3 stop. De flitscorrectie
wordt ingesteld in de sectie basic van het
opnamemenu (blz. 80). Staat de flitscorrectie
ingesteld op elke andere waarde dan 0, dan
verschijnt de flitscorrectie-aanduiding in de
zoeker/monitor en op het data-scherm.
Opnametips
Wanneer u invulflits gebruikt om schaduwen op het gezicht van een persoon op te helderen
kunt u met de flitscorrectie regelen hoe sterk ze moeten worden opgehelderd. Daarmee bepaalt
u het verschil tussen de hoge lichten en de schaduwen. De invulflits beïnvloedt alleen de diepte
van de schaduwen, niet de delen die door de hoofdlichtbron (de zon bijvoorbeeld) worden
beschenen.
Stelt u de flitscorrectie in op een negatieve waarde, dan worden de schaduwen minder sterk
opgehelderd dan normaal. Het beeld wordt dan contrastrijker, maar de flits zorgt er wel voor dat
Plus-correctie
78
er nog enige doortekening in de schaduwen is, die zonder
flits helemaal zwart zouden zijn. Bij een positieve correctie
worden de schaduwen sterker opgehelderd; soms verdwij-
Geen correctie
nen ze helemaal.
Min-correctie