OPNAMESTAND
BRACKETING
Met deze functie maakt u zogenaamde belichtingstrapjes van drie opnamen. Eén opname is normaal
belicht, één is overbelicht, de andere is onderbelicht. Naast deze Belichtings-bracketing is het ook
mogelijk variatie-series te maken met contrast en kleurverzadiging. U kunt echter maar één
bracketing-soort tegelijk gebruiken. U kunt bracketing instellen met het functiewiel (blz. 40).
BELICHTINGS-BRACKETING
Belichting
Druk de ontspanknop half in (1) of druk op de AF/AEL-toets (2) om de belichting voor de serie te
vergrendelen; wanneer de camera op continu AF (blz. 68) is ingesteld blijft hij tijdens de serie de
scherpstelling bijregelen. Druk de ontspanknop geheel in (3) en houd hem ingedrukt om de serie te
maken; de drie opnamen worden gemaakt.
54
Na de camera op bracketing te hebben ingesteld moet u de effect-schakelaar
(schakelaar voor digitale effecten) op belichtingscorrectie instellen. De drie
opnamen worden gemaakt in de volgorde normale belichting,
onderbelichting, overbelichting. Het verschil tussen de opnamen is 1/3 stop,
maar u kunt het verhogen tot 1/2 of 1 stop in de custom 1 sectie van het
opnamemenu (blz. 80).
Bepaal de beeldcompositie als beschreven bij de basistechnieken (blz. 29).
Aantal opnamen van
bracketing-serie
Opnameteller
1
2
3