BRACKETING MET CONTRAST OF KLEURVERZADIGING
Contrast
Kleurverzadiging
(blz. 29). Druk de ontspanknop half in (1) of druk op de AF/AEL-toets (2) om de belichting voor de
serie te vergrendelen; wanneer de camera op continu AF (blz. 68) is ingesteld blijft hij tijdens de serie
de scherpstelling bijregelen. Druk de ontspanknop geheel in (3) en houd hem ingedrukt om de serie
te maken; de drie opnamen worden gemaakt. In de zoeker/monitor wordt bij de serie naast het
bracketing-symbool afgeteld.
Normaal
OVER BRACKETING
Is de CompactFlash kaart vol of laat u de ontspanknop los voordat de serie is voltooid, dan wordt de
serie niet afgemaakt.
Bij de standen superfijn en RAW en bij gebruik van de flitser leidt ingedrukt houden van de
ontspanknop niet tot een in één keer gemakte bracketing-serie. Druk voor elke opname opnieuw op
de ontspanknop. Scherpstelling en belichting zijn ook bij deze standen gebaseerd op de eerste
opname. Naast het bracketing-symbool verschijnt resterende aantal bracketing-opnamen.
Na de camera op bracketing te hebben ingesteld moet u de effect-
schakelaar op contrast of kleurverzadiging instellen. Stel het
contrast of de kleurverzadiging in op het gewenste niveau; de
bracketing-serie varieert van 1 niveau onder tot 1 niveau boven het
ingestelde niveau. Is het contrast of de kleurverzadiging op het
hoogste niveau ingesteld (± 3), dan wordt een van de opnamen op
±4 gemaakt en ontstaat de volgende serie: bijvoorbeeld +3, +2, ±+4.
Bij RAW-opnamen kunnen de maximale niveaus niet worden
overschreden en zitten er twee identieke opnamen in de serie (+3,
+2, +3). Kijk in de tekst over digitale effecten (blz. 62) voor de
instellingen van contrast en kleurverzadiging.
Bepaal de beeldcompositie als beschreven bij de basistechnieken
Over
Reeks met Belichtings-
bracketing
Onder
55