BELICHTINGSCORRECTIE
zijn de sluitertijd- en/of diafragma-aanduiding aan gepast. Omdat de correcties in kleine stapjes
kunnen worden uitgevoerd kan het soms voorkomen dat u dezelfde sluitertijden en/of
diafragmawaarde ziet als voor de correctie.
Data-scherm
Zoeker/LCD-monitor
*
* Diafragmawaarde voor de belichting.
Opnametips
Soms wordt de belichtingsmeter van de camera door bepaalde omstandighe-
den misleid. Dan biedt de belichtingscorrectie uitkomst. Zo kan bijvoorbeeld
een zeer licht tafereel, zoals een sneeuwlandschap of een zon-
beschenen wit strand te donker op de opname komen. Pas dan
voordat u de opname maakt de belichting aan met een correctie
van +1 of +2 om een juiste belichting te krijgen.
In dit voorbeeld ziet het donkere tafereel er op de LCD-monitor
licht en uitgebleekt uit. Door de belichting met -1,5 te verminderen
wordt de sfeer van de ondergaande zon bewaard.
De belichtingscorrectie wordt voorafgaand aan de opname ingesteld om het
het uiteindelijke beeld lichter of donkerder te maken. U kunt de belichting
corrigeren tot plus/min 2 stops en stappen van 1/3 stop (blz. 36). De
correctiewaarde blijft gelden totdat u hem weer op nul zet.
De belichtingscorrectie moet worden ingesteld voordat de opname wordt
gemaakt. Wanneer u de belichtingscorrectie instelt verschijnt de verandering
op het data-scherm en in de zoeker/monitor. Nadat de instelling is uitgevoerd
Weergave tijdens instelling correctie
Waarschuwing gebruik belichtingscorrectie na instelling
63