f
Na het aanbrengen van het applicatiestuk
naait u een "APPLICATIE"-patroon. De
applicatie is voltooid.
• Afhankelijk van het patroon is een "APPLICATIE"-
patroon mogelijk niet beschikbaar. Naai de applicatie
dan met draad in de kleur van een deel van het
borduurwerk.
g
Ga verder met borduren.
Applicaties maken met een
kaderpatroon (1)
Applicaties kunnen worden gemaakt door twee
kaderpatronen van dezelfde grootte en dezelfde
vorm te borduren: één met rechte steken en één
met satijnsteken.
a
Selecteer een kaderpatroon met rechte
steken om te borduren op de stof voor de
applicatie. Knip voorzichtig buiten de
steken.
b
Borduur hetzelfde patroon op de basisstof.
c
Breng een beetje stoflijm aan of spray wat
lijm op de achterzijde van het
applicatiestuk dat u in stap
uitgeknipt en bevestig het applicatiestuk
vervolgens op de basisstof.
d
Selecteer het kaderpatroon met satijnsteken
met dezelfde vorm om de applicatie te
borduren die u in stap
1 Applicatie
Opmerking
• Als de grootte of de borduurpositie van het
kaderpatroon met rechte steken wordt
gewijzigd, moet u de grootte of de
borduurpositie van het kaderpatroon met
satijnsteken op dezelfde manier wijzigen.
BIJLAGE
a
hebt
c
hebt aangebracht.
241
7