1 Druk op het verbindingsgebied
2 Tweede patroon B
3 Eerste patroon A
4 Druk hierop om het tweede patroon te
verplaatsen.
Druk hierop om het tweede patroon met de
klok mee te roteren in een boog met het
eerste patroon als middelpunt.
Druk hierop om het tweede patroon tegen
de klok in te roteren in een boog met het
eerste patroon als middelpunt.
Druk hierop om het tweede patroon 90
graden te roteren in een boog met de klok
mee.
→ De melding verschijnt op het scherm en de
borduurarm beweegt wanneer u op
Opmerking
• Het tweede patroon wordt zonder
aanpassingen automatisch verbonden met
het eerste patroon. Verander de positie van
het tweede patroon handmatig met
• U kunt het tweede patroon verplaatsen met
uw vinger of de meegeleverde touch-pen.
• Met
,
of
uitlijnen met de hoek van het midden van
het eerste patroon, wanneer u de
verbindingspositie van het patroon
verandert.
208
j
3
1
2
4
k
drukt.
.
kunt u het patroon
Neem twee borduurpositiestickers. Volg de
aanwijzingen op het scherm om deze twee
stickers te bevestigen aan de stof, zodat de
camera de positiemarkeringen kan
detecteren.
Opmerking
• Gebruik de borduurpositiestickers die
worden meegeleverd met dit product of
koop extra stickers (SAEPS2, EPS2:
XF0763-001) bij uw Brother-dealer. Andere
stickers worden mogelijk niet herkend door
de camera.
• Het vel borduurpositiestickers van 182 mm
× 257 mm (7 inch × 10 inch) met sterke
kleefkracht is het meest geschikt om
patronen te verbinden (SAEPS2, EPS2:
XF0763-001). Als u andere
borduurpositiestickers gebruikt, laten deze
misschien los. Als de sticker loslaat, kunnen
de patronen niet worden herkend.
Bevestig de eerste borduurpositiesticker op
de stof binnen de rode lijnen. Druk met
beide handen op de hoeken van de sticker.
Bevestig de sticker met de grote cirkel
boven, zoals aangegeven op de machine.
Druk vervolgens op
→ De camera detecteert de eerste positiesticker.
.