Inhoudsopgave
Advertenties
c
Roteer het patroon en druk op
Opmerking
• Roteer het patroon in het
patroonbewerkingsscherm. De
referentierand en het referentiepunt worden
opgegeven langs de kleinste rechthoek (niet
onder een hoek) die alle geselecteerde
patronen bevat.
Rechthoeken en patronen met hoeken
1 Rechthoek
Rechthoeken en patronen (zonder
hoeken)
1 Rechthoek
• Wanneer u in het borduurinstellingenscherm
op
drukt, wijzigt u de hoek waaronder
patronen worden verbonden.
d
Druk op
om het
borduurinstellingenscherm weer te geven.
e
Druk op
.
d
f
f
Zie stap
t/m
verbinden om het eerste patroon te
borduren.
g
Selecteer het volgende patroon en druk op
.
van Drie patronen
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN
h
Druk op
patroonbewerkingsscherm.
Roteer het patroon met dezelfde hoek als
i
het eerste patroon en druk op
j
Druk op
k
Druk op de positie waar het tweede
patroon wordt verbonden op het scherm.
Druk vervolgens op
1 Druk op het verbindingsgebied
→ De melding verschijnt op het scherm en de
borduurarm beweegt wanneer u op
l
Ga door met stap
om het verbinden van de patronen te voltooien.
.
in het
.
.
.
1
drukt.
j
van Drie patronen verbinden
5
215
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
