a
Creëer het herhaalpatroon met de
draadmarkering in het midden van het eind
van het patroon.
Zie "Draadmarkeringen toekennen" op pagina 193.
b
Druk op
en vervolgens op
c
Druk op
"Start/Stop"-toets om te beginnen met
borduren.
→ Wanneer het borduren is voltooid, wordt de
draadmarkering genaaid met de laatste draadkleur.
d
Verwijder het borduurraam.
Span de stof opnieuw in het borduurraam.
e
Opmerking
• Pas de positie van de stof aan zodat het
borduurgebied voor het volgende patroon
zich binnen het borduurgebied van het
borduursjabloon bevindt.
1 Eerst geborduurde patroon
2 Positie van patroon dat daarna moet worden
geborduurd
3 Borduurgebied van borduursjabloon
194
.
en vervolgens op de
f
Bevestig het borduurraam aan de machine
en druk op
in het
borduurinstellingenscherm.
g
Druk op
om de beginpositie links van
het patroon te plaatsen.
h
Druk op
.
i
Druk op
.
• Zie "De borduurpositie wijzigen" op pagina 98 als u
de borduurpositie wilt afstellen zonder de
ingebouwde camera.
j
Druk op
om de naaldpositie weer te
geven.