c
Als de toets voor het teken dat u wilt
selecteren niet wordt weergegeven, drukt u
op de tab voor de gewenste lettertypeset.
1
2
3
4
5
1 Hoofdletters
2 Kleine letters
3 Cijfers/symbolen
4 Speciale tekens
5 Druk op deze toets om het lettertype te wijzigen.
→ Het tekstinvoerscherm wordt weergegeven voor de
tekens die op het tabblad worden getoond.
• Als u het lettertype wilt wijzigen, drukt u op
om terug te keren naar het lettertypekeuzescherm.
d
Voer "L" in.
→ De geselecteerde letters verschijnen in het
tekstvoorbeeld- en het patroonweergavegebied.
156
e
Nu de eerste letter is geselecteerd, drukt u
op
om de grootte van de letter te
veranderen.
1
3
1 Tekstvoorbeeldgebied
2 Patroonweergavegebied
3 Druk op deze toets om de afmeting te wijzigen.
• De volgende tekens die worden geselecteerd, krijgen
de nieuwe tekengrootte.
• Nadat de tekens zijn gecombineerd, kan de afmeting
van alle ingevoerde tekens niet worden gewijzigd. (U
kunt de afmeting van het gehele patroon wijzigen via
het patroonbewerkingsscherm.)
Opmerking
• De afmeting van de zes kleine lettertypen
wijzigen. Al deze kleinere lettertypen
worden getoond op pagina 4 van het
lettertypekeuzescherm.
2
en
kunt u niet