b
Druk op deze toetsen om de letters en
tekens op de gewenste afstand te zetten.
Elke keer als u op een toets drukt, wordt de afstand
tussen de tekens iets vergroot of verkleind.
1
2
3
1 Hiermee vergroot u de ruimte tussen alle tekens.
2 Hiermee verkleint u de ruimte tussen alle tekens.
3 Selecteert de standaardafstand tussen de tekens
(oorspronkelijke tekenafstand).
4 Verplaatst het patroon in de richting van de pijl op
de toets.
c
Druk, indien nodig, op de pijltoetsen om de
positie van het patroon te wijzigen.
(Zie pagina 176 voor meer informatie.)
d
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt
doorgevoerd, drukt u op
Gecombineerde letterpatronen
scheiden
U kunt gecombineerde letterpatronen scheiden
om de ruimte tussen letters aan te passen of de
patronen afzonderlijk te bewerken nadat u alle
letters hebt ingevoerd.
a
Druk op
.
→ Het volgende scherm verschijnt.
182
b
Met
moet worden gescheiden. Druk vervolgens
op
wordt het patroon gescheiden tussen "T" en
"a".
4
c
Met
met
aan.
.
d
Druk op
selecteert u waar het patroon
om het te scheiden. In dit voorbeeld
en
selecteert u een patroon en
past u vervolgens de tussenruimte
.