4.
Controleer het beeldgebied dat moet worden bijgesneden.
Druk op de knop <
weergegeven.
5.
Sla op.
Druk op <
Controleer de bestemmingsmap en het beeldbestandsnummer en
selecteer vervolgens [OK].
Als u nog een beeld wilt bijsnijden, herhaalt u stap 2 t/m 5.
Waarschuwing
De positie en grootte van het bijsnijdkader kan veranderen, afhankelijk van de hoek
ingesteld voor de kantelcorrectie.
Wanneer een bijgesneden beeld wordt opgeslagen, kan dit niet opnieuw worden
verkleind of bijgesneden.
Gegevens over de AF-puntweergave (
toegevoegd aan de bijgesneden beelden.
Beschikbare aspect ratio's variëren afhankelijk van het gebruik van
[
: Trimmen] of [
>. Het bij te snijden beeldgebied wordt
> en kies [OK] om het bijgesneden beeld op te slaan.
) en stofwisdata (
: Voeg bijsnijdinformatie toe].
639
) worden niet