[
3]
Fijnafstelling autom. bel.
Waarschuwing
Gewoonlijk is deze afstelling niet vereist. Voer deze afstelling alleen uit als
het nodig is. Deze aanpassing kan tot gevolg hebben dat er geen geschikte
belichting kan worden verkregen.
U kunt het standaardbelichtingsniveau nauwkeurig afstellen. Doeltreffend als beelden bij
opnamen maken met automatische belichting zonder belichtingscorrectie meestal
onderbelicht of overbelicht lijken.
OFF: Uitschak.
ON: Inschak.
Om toegang te krijgen tot het aanpassingscherm, selecteert u [Inschak.] en drukt u
vervolgens op de <
een bereik van ±1 stop met tussenstappen van 1/8 stop. Stel in op de positieve kant als
opnames de neiging hebben onderbelicht te zijn en op de negatieve kant als ze de
neiging hebben overbelicht te worden.
Waarschuwing
Het effectieve belichtingscompensatiebereik dat beschikbaar is bij video-opname
blijft ongewijzigd als u de standaardbelichting aanpast met fijnafstelling
automatische belichting en alleen het standaardbelichtingsniveau wordt gewijzigd.
Een belichtingscorrectiewaarde die gelijk is aan de fijnafstelling automatische
belichting wordt niet toegepast op de resulterende beelden als het effectieve
belichtingscompensatiebereik de video-opnamen wordt overschreden
(bijvoorbeeld, een belichtingscompensatie van +1 stop wordt niet toegepast als de
fijnafstelling automatische belichting is ingesteld op +1 stop en
belichtingscompensatie op +3 stops).
Opmerking
De belichtingscompensatie kan bij opnamen worden ingesteld op ±3 stops van de
aangepaste standaardbelichting.
>-knop. De standaardbelichting kan worden aangepast binnen
1021