Param.
Omschrijving
Nr.
Vrijgave frequentie wenswaarde
0.022
met negatief voorteken
Preset frequentie wenswaade1
0.024
Preset frequentie wenswaade2
0.025
Preset frequentie wenswaade3
0.026
Preset frequentie wenswaade4
0.027
SmartCard datablok nummer
0.029
(diagnose parameter)
SmartCard instructie
0.030
Powerdrive F300 nominale
00.31
voedingsspanning.
(diagnose parameter)
Vrijgave vliegende start (spin start)
0.033
Persoonlijke code
0.034
Seriële communicatie methode
0.035
Seriële communicatie baud rate
0.036
Serieel adres
0.037
Stroomgrensregeling
0.038
proportioneel
Stroomgrensregeling integraal
0.039
Vrijgave autotune
0.040
De volgende parameters worden
tijdens de autotune vastgelegd
Statische autotune
#5.017 stator weerstand
#5.024 transiënt inductie
#5.059 Max. dode tijd comp.
#5.060 Stroom bij max. comp.
Roterende autotune
#5.010 cos φ (#00.043)
#5.025 stator inductie
Powerdrive F300, Handleiding versie 4.2
Powerdrive F300
Menu 0
Oorsprong
Een-
Fabrieks
parameter
heden
progr.
#1.010
Off
#1.021
Hertz
0,0
#1.022
Hertz
0,0
#1.023
Hertz
0,0
#1.024
Hertz
0,0
#11.036
#11.042
None
#11.033
Volt
400
#6.009
Disable
#11.030
0
#11.024
8 2 NP
#11.025
baud
19200
#11.023
1
#4.013
20
#4.014
40
#5.012
0
Pagina 75 van 198
Bereik
Bijzonderheden
On
Bij bipolaire wenswaarde is minimum
frequentie #0.001 niet actief.
± 550.0
Presets kunnen geladen worden met
een permanente waarde en kunnen ook
aan een analoge ingang, interne PID
regelaar of motorpotentiometer
gekoppeld worden. De inhoud mag
bipolair zijn mits #0.22 = On.
999
Laatst overgezonden datablok naar de
Powerdrive F300
None
Geen actie
Read
Indien de status ready, inhibit of trip
is zal bij bediening van de rode toets de
parameters uit de Smartcard in de
Powerdrive geladen worden.
Program
Bij bediening van de rode toets zal de
programmering van de Powerdrive in de
Smartcard geladen worden.
Auto
Wijzigingen in de Powerdrive program-
mering worden direct in de Smartcard
opgeslagen.
Boot
Wijzigingen in de Powerdrive program-
mering worden direct in de Smartcard
opgeslagen en bij inschakeling van de
voedingsspanning zal de inhoud van de
Smartcard in de Powerdrive geladen
worden.
200
200 – 240V
400
380 – 480V
575
500 – 575V
690
500 – 690V
Disable
Geen vliegende start
Enable
Detecteert motor in beide draairichtingen
Fwd Only Detecteert motor in voorwaartse draair.
Rev Only Detecteert motor in achterwaartse draair.
2147483
Indien een code is ingegeven zal na
647
voeding inschakeling eerst deze code
ingegeven moeten worden alvorens
parameters gewijzigd kunnen worden.
Raadpleeg de beschrijving op pagina 66.
Databits, Stopbits, Parity. Modified
8 2 NP,
8 1 NP,
8 2 NP M, 8 1 NP M, 8 1 EP M, 8 1 OP M,
7 2 NP,
7 1 NP,
7 2 NP M, 7 1 NP M, 7 1 NP M, 7 1 EP M,
7 1 OP M (zie ook #0.052)
300 -
300, 600, 1200, 2400, 4800, 9600,
115200
19200, 38400, 57600, 115200
(zie ook #0.052)
247
(zie ook #0.052)
30.000
Regelgedrag bij koppelregeling en als de
stroombegrenzing actief is bij met name
acceleratie en deceleratie.
30.000
Eerst #0.042 t/m #0.047 invullen
0
Autotune uit.
1
Statische autotune:
Statormeting bij stilstand, zet #00.040
op1 en geef een start, de motor gaat
hierbij niet draaien.
2
Roterende en statische autotune:
Stel zeker dat de motor onbelast is.
Stop de drive, zet #0.040 op 2, start de
Powerdrive, die gaat nu enkele sec. op
65% snelheid in de geselecteerde richting
draaien, stopt zichzelf en loopt vrij uit. De
cos φ in #0.043 is nu bepaald. Neem de
vrijgave en run weg om weer te kunnen
starten.
8 1 EP,
8 1 OP
7 1 EP,
7 1 OP,