Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Onderstaande parameters in menu 0 zijn in RFC-A afwijkend van de Open Loop functionaliteit.
Param.
Omschrijving
Nr.
Toerentalregelaar Prop. versterking #3.010
0.007
,,
Int. versterking
0.008
,,
Diff. versterking
0.009
Berekende motorsnelheid in rpm
0.010
Stroomopdracht filter
0.017
Overspeed drempelniveau
0.026
Stroomregelaar Prop. versterking
0.038
,,
Int. versterking
0.039
Selectie Powerdrive
0.048
werkingsprincipe
(zie onderstaande procedure)
Omschakelen van het Powerdrive werkingsprincipe.
1.
Stel zeker dat de Powerdrive niet in bedrijf is en de Safe Torque Off ingang op klem 29 niet geactiveerd is.
2.
Programmeer #0.000 op 1253.
3.
Programmeer #0.048 op het gewenste werkingsprincipe (Open Loop, RFC-A of RFC-S) + rode toets.
4.
De Powerdrive schakelt nu om naar het geselecteerde werkingsprincipe en laadt de betreffende fabrieks-
instellingen in het geheugen van de Powerdrive.
De RFC-A implementatie in menu 0 is hieronder weergegeven.
Accel.
0.003
0.004
Decel.
Intergrator
Toerental
regelaar
0.009
0.010
E
De autotune in RFC-A mode kan gestart worden vanuit menu 0 d.m.v. #0.040 (#5.012), echter de beschrijving van
de autotune in RFC-A mode staat beschreven in #5.012 in de RFC-A menu's die op de volgende pagina's zijn
weergegeven. D.m.v. de roterende autotune zullen de parameters in de motorstroomregelaar geprogrammeerd
worden en zal mogelijk de toerenregelaar d.m.v. #0.007 t/m #0.009 nog manueel geoptimeerd moeten worden.
Enige tips met betrekking tot het optimeren in RFC-A mode:
1) Motortoerental #0.007. Het motortoerental is temperatuurafhankelijk en op de typeplaat vermelde motor-
toerental is bij de maximale bedrijfstemperatuur van de motor. Ervaring heeft geleerd dat bij normale bedrijfs-
temperatuur het sliptoerental ca. 65% is en het is dan ook raadzaam dit in de programmering van het motor-toerental
in #0.045 (#5.008) te verwerken. Voorbeeld: motor met een toerental op de typeplaat van 1400rpm heeft een slip
van 1500 - 1400 = 100rpm. Te programmeren toerental is dan 1435rpm.
2) Cos φ #0.009. Indien er geen roterende auto tune kan worden uitgevoerd kan de juiste cos φ proefondervindelijk
worden vastgesteld. Voorbeeld: motor 400V - 50Hz. Door bv. op 75% van de motorfrequentie (37,5Hz.) te gaan
draaien, zal de motorspanning ook 75% van de nominale spanning moeten uitkomen. Wijzig bij de Powerdrive in
Off status de inhoud in #5.025 totdat in #0.043 (#5.010) de cos φ van de typeplaat verschijnt. Ga nu op 37,5Hz
draaien en wijzig #5.025 totdat de motorspanning in #05.002 (binnen dit voorbeeld) een waarde heeft van 300V.
3) Toerental stabiliteit. Bij een instabiel toerental kan als eerste de I versterking in #0.008 gehalveerd worden naar
een inhoud van 0.05
Powerdrive F300, Handleiding versie 4.2
F300 RFC-A mode
Menu 0
Oorspr.
Een-
Param.
heden
#3.011
s²/rad
#3.012
#3.002
#4.012
#3.008
#4.013
#4.014
#11.031
Open loop
P gain
Filter
Stroom-
P gain
regelaar
0.007
0.008
I gain
I gain
0.017
Filter-
D gain
tijd
rpm
Gesimuleerde
encoder
Fabrieks
Bereik
progr.
s/rad
0.0300
200.0000
0.10
655.35
1/rad
0.00000
0.65535
rpm
±50000,0
ms
1,0
25,0
rpm
0
40000
150
30000
2000
30000
Open
Open loop Open loop frequentieregeling
Loop
RFC-A
RFC-S

RFC-A mode

Motor
typeplaat
0.048
0.040
A uto tune selectie
0.042
A antal motorpolen
0.043
C os.phi
RFC-A
0.044
N ominale spanning
0.045
N ominaal toerental
N ominale stroom
0.046
N om. frequentie
0.047
0.038
0.039
Totaal-
4
stroom
001
Koppel-
stroom
4
002
Flux-
4
stroom
017
RFC-A
mode
Pagina 163 van 198
Bijzonderheden
Deze parameters zijn van toepassing
indien RFC-A mode is geselecteerd in
#0.048.
Zie ook onderstaande beschrijving
Closed loop flux Vectorregeling t.b.v.
een inductiemotor zonder encoder
Aansturing van een permanent mag-
neetmotor zonder encoder.
+
0.041
S chakel-
frequentie
Stroommeting
Koppel
Tot.
Flux
U
V
Inductiemotor
_
W

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave