Inhoudsopgave
Advertenties
L1
L2
AC voeding
L3
E
Route van de voedende
fasen tot aan het EMC filter
bij voorkeur gescheiden
van gevoelige bedrading
en apparatuur.
Aarde direct vanaf
de centrale aardrail
EMC filter indien
conformiteit met de
EN61000-6-4 norm
noodzakelijk is.
Optioneel EMC filter bij
voorkeur geplaatst direct
naast of achter de Powerdrive
Verbinding tussen EMC filter
en Powerdrive zo kort
mogelijk en gescheiden van
overige bedrading
Scherm van de motorkabel d.m.v. een blank
metalen schermklem (of gelijkwaardeig) met de
montageplaat verbinden. Afstand tot de
klemmenstrook zo kort mogelijk.
Klemmen-
strook
Indien de motor is opgesteld op schokdempers
of swingrubbers dan het motorframe verbinden
met het dichtstbijzijnde punt van de staal-
constructie
Powerdrive F300, Handleiding versie 4.2
Powerdrive F300
EMC aansluitadvies
Bedrading naar remweerstand getwist en
gescheiden van gevoelige bedrading en
apparatuur. Indien weerstand buiten de kast
geplaatst afgeschermde kabel toepassen
L2
L3
E
L1
Line
EMC filter
Load
L1
L2
L3
Afgeschermde motorkabel
zo veel mogelijk gescheiden
van gevoelige bedrading.
Pagina 38 van 198
+DC
BR
L1-L2-L3
U-V-W
Scherm van de motorkabel d.m.v.
een tyrap aan de meegeleverde
aardbeugel verbinden.
Bij voorkeur de afgeschermde kabel
direct doorvoeren naar de Powerdrive
en niet via de klemmenstrook.
U V W
E
Klemmenstrook in schakelkast
Indien een werkschakelaar in de motor-
leiding dient te worden opgenomen dan
scherm en aarde op hierboven weerge-
geven wijze verwerken
Aarde en scherm beiden met
het motorframe verbinden
Vermogensdissipatie van de
remweerstand beveiligen met
temperatuurschakelaar.
Optionele remweerstand plaatsen in
overeenstemming met de warmte-
ontwikkeling zonodig buiten de kast.
Gevoelige bedrading en appa-
ratuur dienen op een minimale
afstand van 30 cm van de
Powerdrive en alle hier weerge-
geven bedrading en bekabeling
te worden geplaatst.
Motorframe ter plaatse
met aarde verbinden
Advertenties
Inhoudsopgave
