F300 menu 5
Motormap
#5.014 Voltage Boost methode
Er kan een keuze gemaakt worden tussen Vector regeling en conventionele boostregeling. Vectorregeling geeft een
beter en dynamischer regelgedrag in met name het lage frequentiegebied. Een nadeel van vectorregeling is meer
warmteontwikkeling van de motor in dit lage frequentiegebied en het feit dat meerdere motorvariabelen exact bekend
moeten zijn. Bij meerdere motoren parallel als belasting en bij toepassing van een uitgangsfilter tussen de
Powerdrive en de motor is het raadzaam fixed boost toe te passen.
#5.014 = Ur S : Vectorregeling, meting bij iedere start.
Vectorregeling met statorweerstand meting bij iedere start. De uitkomst van deze meting wordt automatisch
geprogrammeerd in #5.017.
#5.014 = Ur : Vectorregeling, geen meting.
De statorweerstand in parameter 5.017 blijft staan op de laatst (automatisch) geprogrammeerde waarde en kan nu
manueel gewijzigd worden.
#5.014 = Fixed : Fixed boost.
Conventionele boostmethode, bij voorkeur gebruikt bij meerdere motoren parallel.
Boostniveau wordt afhankelijk van #5.009 en #5.015 bepaald. Zie tevens de illustratie links boven op deze pagina.
Indien een uitgangsfilter tussen de Powerdrive en de motor is opgenomen is het beslist noodzakelijk <Fixed> te
programmeren.
#5.014 = Ur Auto : Vectorregeling, meting bij de eerste start.
Statorweerstand wordt gemeten bij de eerste start af fabriek of na het programmeren van de fabrieks-
programmering, na deze eenmalige meting zal #5.014 op Ur geprogrammeerd worden.
#5.014 = Ur I : Vectorregeling, meting bij eerste start.
Vectorregeling met statorweerstand meting bij eerste start na iedere inschakeling van de voedingsspanning.
#5.014 = Square : Kwadratische curve.
Gefixeerde boostmethode met kwadratische curve overeenkomstig de programmering in #5.015. Deze curve is ten
behoeve van werktuigen met een kwadratische koppel-toerenkromme zoals ventilatoren en centrifugaal-pompen.
(400V)
5.009
(400V)
5.009
50% (200V)
Fixed boost
Fixed boost
5.015
5.015
50% (25Hz)
5.006
5.006
(50Hz)
(50Hz)
#5.014 = Square
#5.014 = Fixed
# 5.018 Schakel- c.q. modulatiefrequentie.
Een hogere schakelfrequentie geeft een lager geluidsniveau van de motor maar ook een hoger verliesvermogen in
de Powerdrive. Zo nodig zal de schakelfrequentie automatisch worden verlaagd om te voorkomen dat een over-
temperatuur van het koellichaam of de IGBT transistoren optreed. De verlaging vindt plaats vanaf de geselecteerde
schakelfrequentie in #5.018 tot de laagste schakelfrequentie in #5.038. In #5.036 kan ingesteld worden of de
verlaging met 1 stap of 2 stappen wordt uitgevoerd. De automatische verlaging van de schakel-frequentie is
afhankelijk van de belasting en wordt aangestuurd vanuit het thermisch management. Het weer terugschakelen naar
hogere schakelfrequenties wordt ook door het thermisch management geregeld. Automatische verlaging van de
schakelfrequentie is uitschakelbaar d.m.v. #5.035. De illustratie op de volgende pagina is een samenvatting van alle
diagnose- en programmeerbare parameters in relatie tot het thermisch management.
Pagina 108 van 198
Powerdrive F300, Handleiding versie 4.2