Inhoudsopgave
Advertenties
F300 menu 4
Stroom en koppelniveaus
Thermische bewaking van de motor
Functie:
Het bewaken van de motortemperatuur aan de hand van een rekenmodel met als uitkomst de veronderstelde
motortemperatuur. Dit is van belang bij motoren die niet zijn uitgerust met een temperatuurbewaking in de vorm van
een PTC of thermoschakelaar. Deze bewaking en de programmering ervan heeft uitsluitend betrekking op de motor
en heeft geen invloed op de overlastbewaking van de Powerdrive zelf.
Werking:
De toegestane overbelasting is afhankelijk van de temperatuur van de motor. Immers een koude motor kan meer
energie absorberen dan een warme motor voordat de kritische motortemperatuur bereikt is. De koelmethode van
de motor wordt ook in de thermische berekening verwerkt en in #4.025 kan geselecteerd worden of de motor met
een geforceerde koeling is uitgevoerd. (zie beschrijving #4.025 op de volgende pagina). Voor motoren met een
verhoogde thermische impedantie tussen de wikkelingen en het stator ijzerpakket is het mogelijk de thermische
berekening hierop aan te passen en daarmee de wikkeling optimaal te bewaken. Hiertoe moeten dan #4.037 t/m
#4.039 geprogrammeerd worden. Het thermisch model gaat uit van een omgevingstemperatuur van 50°C, echter
wanneer de omgevingscondities van de motor gunstiger zijn of wanneer de motor is uitgerust met een
temperatuurbewaking in de vorm van thermistor o.i.d., is het mogelijk de thermische tijdconstante van de motor in
#4.015 te verhogen, zie hiertoe onderstaande grafieken.
Overlastregister:
De inhoud van #4.015 representeert de opwarmtijd van een standaard IEC motor, hierdoor is het thermische model
in de Powerdrive in staat de procentuele temperatuur van de motor bij benadering te berekenen. In feite is dit een
softwarematige benadering van een conventioneel bimetaalrelais in de motorleiding. De veronderstelde procentuele
motortemperatuur wordt weergegeven in overlastregister #4.019.
Bij het tijdelijk uitschakelen van de voedingsspanning kan d.m.v. #4.036 geselecteerd worden wat er met de inhoud
van het overlastregister gebeurd bij herinschakeling. In #4.036 kunnen 3 keuzes gemaakt worden en zijn beschreven
op de volgende pagina.
Onderstaande grafieken geven het verband weer tussen de berekende motortemperatuur en de beschikbare
overbelastingstijd op basis van maximaal beschikbaar motorkoppel van resp. 150% (heavy duty) en 110% (normal
duty). De doorgetrokken lijn is overeenkomstig een inhoud in #4.015 van 89,0 (fabrieksinstelling) en de gestippelde
lijn geeft het verloop weer bij een inhoud in #4.015 van willekeurige hogere waarde. De motortemperatuur in deze
grafieken kan worden gelezen als de inhoud van het overlastregister #4.019. Bij een lager motorbelasting
percentage als de hier gegeven 150% en 110% resulteert uiteraard in een langere toegestane overbelastingstijd.
110% motorbelasting
150% motorbelasting
Overlast vooralarm:
Zodra #4.019 de waarde van 75% heeft overschreden zal een vooralarm worden gegeven waarbij de melding "Motor
Overload" in display zal verschijnen en tevens wordt parameter #10.017 op "On" gezet waarmee een extern alarm
kan worden gegenereerd.
Overlast trip:
Indien #4.019 een inhoud van 100% heeft bereikt zal er actie ondernomen worden volgens de programmering van
#4.016, zie hiertoe de volgende pagina.
Uitschakelen thermisch motormodel:
Wanneer #4.015 verhoogd wordt naar de maximale inhoud van 3000 dan is effectief gezien de het thermisch model
in de Powerdrive uitgeschakeld, de motor moet dan wel op een andere wijze bewaakt worden in de vorm van een
PTC of thermoschakelaar.
Pagina 101 van 198
Powerdrive F300, Handleiding versie 4.2
Advertenties
Inhoudsopgave
