Periodiek onderhoud en afstelling
Motorolie en oliefilterpatroon
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot
7
rust is gekomen voor een correcte af-
lezing en controleer dan het olieniveau
via het kijkglas linksonder in het carter.
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
DAU66536
1. Kijkglas olieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
4. Als de motorolie bij of beneden de
merkstreep
staat, vul dan voldoende olie, van de
aanbevolen soort, bij tot het correcte
niveau.
OPMERKING
Controleer de O-ring van de olievuldop op
beschadiging en vervang deze indien no-
dig.
Verversen van de motorolie
1. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de mo-
tor om de gebruikte olie op te vangen.
7-14
3. Verwijder de olievuldop en de olieaf-
1
2
3
1. Olievuldop
voor
minimumniveau
1. Olieaftapplug
2. Pakking
4. Monteer de olieaftapplug met een
tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
2
1
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.