Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
DAU15952
Inrijperiode
De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1600 km (1000 mi) niet te
DWA10272
zwaar worden belast. De verschillende on-
derdelen van de motor slijten op elkaar in
totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn be-
reikt. Rijd tijdens deze periode nooit lang-
durig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 7000 tpm
achtereen draaien. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moet de motorolie worden ver-
verst en moet de oliefilterpatroon of het
oliefilterelement
[DCA10303]
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langer dan 8400 tpm
achtereen draaien.
Gebruik en belangrijke rij-informatie
1600 km (1000 mi) en verder
DAU16842
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP
Voer het toerental niet zover op dat
Als tijdens de inrijperiode motor-
OPMERKING
Tijdens en na de inrijperiode van de motor
kan door de hitte van de uitlaatgassen de
DAU17085
uitlaatpijp iets verkleuren, maar dit is volko-
men normaal.
worden
vervangen.
6-1
de toerenteller in de rode zone
wijst.
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
DCA10311
6