Instellingen
Menu
4
roepen, vervolgens menupunt
DTC
selecteren.
70
OPMERKING
Dit menu kan niet tijdens het rij-
den worden opgeroepen.
z
Uit (1x)
selecteren, om de
DTC eenmalig tot de volgende
keer inschakelen van het con-
tact uit te schakelen.
Is de DTC uitgeschakeld,
dan brandt het DTC-waar-
schuwingslampje.
Aan
op-
selecteren, om de DTC
in te schakelen. Alternatief:
contact uit- en weer inscha-
kelen.
DTC-waarschuwingslampje
dooft, bij niet afgesloten
zelfdiagnose begint het DTC-
waarschuwingslampje te knippe-
ren.
Rijmodus
Rijmodus instellen
Contact inschakelen.
Toets 1 bedienen.
OPMERKING
Meer informatie over de te selec-
teren rijmodi is te vinden in het
hoofdstuk "Techniek in detail".
Op positie 2 wordt de actuele in-
stelling getoond, met iedere be-
diening van de toetsen verschijnt
op positie 3 een van de moge-
lijke rijmodi.
Toets zo vaak bedienen, tot
de gewenste rijmodus wordt
weergegeven.
Als de motorfiets stilstaat wordt
de gekozen rijstand na korte
tijd geactiveerd.