Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

soonlijke inschatting van de
lichtverhoudingen niet ver-
vangen, in het bijzonder bij
mist of vergelijkbare weers-
omstandigheden.
Veiligheidsrisico
Bij slechte lichtomstandighe-
den het dimlicht handmatig
inschakelen.
OPMERKING
De omschakeling tussen dagrij-
licht en dimlicht, incl. stadslicht
voor kan automatisch gebeuren.
OPMERKING
Als de volumebalk wordt weerge-
geven, worden de stralen van het
lichtsymbool om ruimteredenen
uitgeschakeld.
Instellingen
Menu
Voer­
roepen, aansluitend
tuig
selecteren.
Dagrijlicht
Menupunt
selecteren en
aut.
Aan
op
Het symbool voor het auto-
matische dagrijlicht brandt
op het display.
Als het omgevingslicht onder
een bepaalde waarde daalt,
wordt het dimlicht automatisch
ingeschakeld (bv. in tunnels).
Als wordt vastgesteld dat er
voldoende omgevingslicht is,
wordt de dagrijverlichting weer
ingeschakeld. Als het dagrijlicht
is ingeschakeld, wordt het sym-
bool van het dagrijlicht in het
multifunctionele display weer-
gegeven.
op-

Verlichting

Daglicht
Stadslicht
schakelen.
Het stadslicht wordt automatisch
tegelijk met het contact inge-
schakeld.
Het stadslicht belast de accu.
Het contact slechts voor een be-
perkte tijdsduur inschakelen.
Dimlicht
Het dimlicht wordt automatisch
ingeschakeld na het starten van
de motor.
OPMERKING
4
63
z

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave