Uit
: op- en afstapverlichting
4
wordt na het uitschakelen van
het contact niet ingeschakeld.
66
met centrale vergrendeling
Werd de op- en afstapverlich-
ting zoals hierboven beschre-
ven uitgeschakeld, dan wordt
deze door het ontgrendelen
van de centrale vergrendeling
weer ingeschakeld.
z
Richtingaanwijzers
Richtingaanwijzer
bedienen
Contact inschakelen.
OPMERKING
De richtingaanwijzers worden na
het bereiken van de vastgelegde
rijtijd en afstand automatisch uit-
geschakeld. De gedefinieerde
rijtijd en afstand kunnen door een
BMW Motorrad partner worden
ingesteld.
SU
Toets 1 bedienen om de rich-
tingaanwijzers links in te scha-
kelen.
Toets 1 bedienen om de rich-
tingaanwijzers links in te scha-
kelen.
Toets 1 in de middenstand
indrukken om de richtingaan-
wijzers uit te schakelen.
Alarmknipperlichten
Alarmknipperlichten
bedienen
Contact inschakelen.
OPMERKING
De alarmknipperlichten belasten
de accu. De waarschuwingsknip-
perlichten slechts voor een be-
perkte tijdsduur inschakelen.
Toets 1 bedienen om de
alarmknipperlichten in te
schakelen.
Het contact kan worden uitge-
schakeld.
Om de alarmknipperlichten uit te
schakelen:
Contact aanzetten en toets 1
bedienen.