Lichtbundel
De xenonkoplamp is met een
permanente koplampverstelling
uitgerust, die de lichtbundel onaf-
hankelijk van de rij- en beladings-
toestand constant houdt.
Verstralers bedienen
SU
met led-verstraler
of
met extra led-verstralers
OPMERKING
De verstralers zijn als mistlampen
toegelaten en mogen alleen bij
slechte weersomstandigheden
worden gebruikt. Het landspeci-
fieke wegenverkeersreglement in
acht nemen.
Toets 1 bedienen om de extra
OA
verstralers in te schakelen.
Het controlelampje brandt.
Wordt dit waarschuwings-
signaal weergegeven, dan
is de boordnetspanning laag. Zo
nodig werd de extra verstralers
tijdelijk uitgeschakeld.
Toets 1 opnieuw bedienen,
om de extra verstralers uit te
schakelen.
Op- en afstapverlichting
bedienen
met op- en afstapverlichting
Contact inschakelen.
Instellingen
Menu
roepen en vervolgens menu-
Voertuig
punt
-
licht
selecteren.
Aan
: op- en afstapverlichting
wordt na het uitschakelen van
het contact korte tijd ingescha-
keld.
4
OA
65
op-
Vloer
z