De beveiliging van het elektrische
systeem zal niet goed werken als de
verbindingsdraad is gemonteerd.
• Maak de verbindingsdraad los van de
stekker van de kabelboom en sluit de
stekker aan op de stoelschakelaar als
de afstelling klaar is.
• Gebruik de machine nooit als de
verbindingsdraad is gemonteerd en
de stoelschakelaar is omgeleid.
7. Nadat de neutraalstand van beide pompen is
afgesteld, schakelt u de machine uit.
8. Maak de verbindingsdraad los van de stekker
van de kabelboom en sluit de stekker aan op
de stoelschakelaar.
9. Monteer de bevestigingsstang van de stoel en
laat de stoel neer.
10. Haal de kriksteunen weg.
Onderhoud van het
maaidek
Maaidek horizontaal stellen
in drie standen
Belangrijk: Er zijn slechts 3 meetstanden
nodig om het maaidek horizontaal te stellen.
De machine instellen
1. Plaats de maaimachine op een horizontaal
oppervlak.
2. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels
in de vergrendelde neutraalstand en stel de
parkeerrem in werking.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen alvorens de
bestuurderspositie te verlaten.
4. Controleer de spanning van alle vier banden.
Indien nodig, banden oppompen tot 90 kPa
(13 psi).
5. Zet het maaidek op een maaihoogte van
76 mm.
6. Controleer de vier kettingen. De kettingen
moeten gespannen zijn.
Opmerking: Verstel de achterste kettingen
t.o.v. de bovenkant van de gleuf, waar zij zijn
bevestigd aan het maaidek.
• Als een van de achterste kettingen slap is,
moet u de voorste steunarm aan dezelfde
kant lager (losser) zetten. Zie Schuinstand
van het maaidek instellen.
• Als een van de voorste kettingen slap
is, moet u de voorste steunarm voor
deze ketting hoger (vaster) zetten. Zie
Schuinstand van het maaidek instellen.
Maaidek horizontaal stellen
1. Zet het rechter maaimes in de schuinstand
(Figuur 67).
Figuur 67
1. Meet hier de afstand van
het mes tot het harde
oppervlak
2. Meet het rechtermes bij punt B. Meet de
afstand tussen een horizontaal oppervlak en de
snijrand van het maaimes (Figuur 67).
3. Noteer deze afstand. Deze afstand moet
ongeveer 79 tot 83 mm bedragen.
4. Zet het linker maaimes in de schuinstand
(Figuur 67).
5. Meet het linkermes bij punt C (Figuur 67).
Meet de afstand tussen een horizontaal
oppervlak en de snijrand van het maaimes.
53
2. Meten bij B en C