Smering
Smering
Smeer de machine volgens het tijdschema
op de instructiesticker Controle en onderhoud
(Figuur 33). De machine moet vaker worden
gesmeerd bij gebruik in zeer stoffige of zanderige
omstandigheden.
Type vet: Universeel smeervet.
Methode van smeren
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels
in de vergrendelde neutraalstand en stel de
parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen alvorens de
bestuurderspositie te verlaten.
3. Reinig de smeernippels met een doek. Indien
nodig verf van de voorkant van de nippel(s)
afkrabben.
4. Zet een smeerpistool op de nippel. Spuit vet
in de nippels totdat er nieuw vet bij de lagers
naar buiten komt.
5. Overtollig vet wegvegen.
Draaipunten van de voorste
zwenkwielen smeren
De draaipunten van de voorste zwenkwielen
moeten een keer per jaar worden gesmeerd.
1. Verwijder de stofkap en stel de draaipunten
van de zwenkwielen bij. Plaats de stofkap
pas terug als u klaar bent met smeren. Zie
Lager van draaipunt van zwenkwiel afstellen in
Onderhoud aandrijfsysteem, blz. 42.
2. Verwijder de zeskantige plug. Draai een
verloopnippel in de opening.
3. Pomp smeervet in de verloopnippel totdat er
vet bij het bovenste lager naar buiten komt.
4. Trek de verloopnippel uit de opening. Monteer
de zeskantige plug en de dop.
Smeerpunten
Pomp vet in de smeernippels volgens het
tijdschema op de instructiesticker Controle en
Onderhoud (Figuur 33).
Figuur 33
Punten waar dunvloeibare olie of
sproeismering moet worden gebruikt
Smeer de machine op de volgende punten met
sproeismering of dunvloeibare olie. Smeer deze
punten om de 150 bedrijfsuren.
• Actuator van de stoelschakelaar
• Draaipunt van de remhendel
• Lagerbussen van de remstang
• Bronzen lagerbussen van de schakelhendels
De lagers smeren
Smeer de maaimachine om de 50 bedrijfsuren.
Gebruik hiervoor Nr. 2 vet op lithium- of
molybdeenbasis voor algemene doeleinden.
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels
in de neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen alvorens de
bestuurderspositie te verlaten.
3. Pomp vet in de smeernippels op de drie
aslagers (Fig. 38).
34