2. Zet de gashendel halverwege tussen Langzaam
en Snel (Figuur 13).
3. Laat de motor 60 seconden stationair draaien.
4. Draai het contactsleuteltje op Uit en verwijder
het sleuteltje (Figuur 14).
5. Sluit de brandstofafsluitklep voordat u
de machine transporteert of stalt. Zie
Onderhoud brandstofsysteem, blz. 38.
Belangrijk: Zorg ervoor dat de
brandstofafsluitklep is gesloten voordat u
de machine transporteert of stalt omdat
er benzine kan lekken uit de machine.
Stel de parkeerrem in werking voordat u
de machine transporteert. Verwijder het
sleuteltje omdat de kans bestaat dat de
brandstofpomp in werking blijft waardoor
de accu kan ontladen.
Kinderen of omstanders kunnen letsel
oplopen als zij de machine verplaatsen
of proberen te bedienen terwijl deze
onbeheerd staat.
Verwijder altijd het sleuteltje uit het
contact en stel de parkeerrem in werking
wanneer u de machine onbeheerd
achterlaat, ook al is het slechts voor een
paar minuten.
Bedienen van de
maaikoppeling (aftakas)
Met de aftakasschakelaar kunt u de maaimessen en
aangedreven werktuigen in- en uitschakelen.
Aftakas inschakelen
1. Een koude motor moet u 5 tot 10 minuten
warm laten worden voordat u de aftakas
inschakelt.
2. Neem plaats op de bestuurdersstoel en
zet de schakelhendels van de tractie in de
neutraalstand.
3. Zet de gashendel op Snel.
Opmerking: Als u de aftakas inschakelt
met de gashendel op halfgas of minder, zullen
de drijfriemen overmatig slijten.
4. Trek de aftakasschakelaar uit om de aftakas in
te schakelen (Figuur 15).
Figuur 15
1. Aftakas – Aan
Aftakas uitschakelen
Om de aftakas in te schakelen, zet u de
aftakasschakelaar op Uit (Figuur 15).
Het Veiligheidssysteem
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van
de machine. Dit kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van
de interlockschakelaars en vervang
beschadigde schakelaars voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
Werking van het veiligheidssysteem
Het veiligheidssysteem is bedoeld om starten van
de motor alleen mogelijk te maken wanneer:
• de bestuurder op de stoel zit.
• de parkeerrem in werking is gesteld.
22
2. Aftakas – Uit