Inhoudsopgave
Advertenties
Figuur 54
1. Drijfriemkap
2. Sluiting
Riemspanning afstellen
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels
in de neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen alvorens de
bestuurderspositie te verlaten.
3. Hef het maaidek op in de transportstand.
Belangrijk: Controleer hoever de riem
is gedraaid tussen de poelies. Zorg ervoor
dat de riem niet verder is gedraaid dan
wordt aangegeven in Figuur 53.
Belangrijk: Controleer of de riem
is geplaatst op de voorste en achterste
riemgeleider (Figuur 55).
4. Spanning van de drijfriem controleren. De
centreerbout van de veerbelaste spanpoelie
moet zich vlak bij het bovenste richtgat in de
linker steunplaat bevinden (Figuur 55).
3. Steek gleuf in de lip
4. Bout
Figuur 55
1. Centreerbout
2. Richtgat
5. Indien afstelling nodig is, moet u de plaat
van de spanpoelie losmaken en deze afstellen
(Figuur 56).
6. Steek een dopsleutel of een onderbrekerstang
in het vierkante gat in de plaat van de
spanpoelie om de spanning af te stellen
(Figuur 56).
7. Om de riemspanning te verhogen, draait u de
plaat van de spanpoelie totdat u weerstand voelt
en de plaat niet verder kunt draaien. Probeer
de plaat niet verder te draaien (Figuur 56).
8. Draai de bouten van de plaat van de spanpoelie
vast (Figuur 56).
Figuur 56
1. Plaat van spanpoelie van
maaidek
2. Vierkant gat
9. Controleer de afstand tussen de rubberen
aanslag en de arm van de veerbelaste spanpoelie
als u de plaat van de spanpoelie vastzet. Deze
46
3. Linker steunplaat
4. Veerbelaste spanpoelie
3. Dopsleutel of
onderbrekerstang
4. Bout van plaat van
spanpoelie
Advertenties
Inhoudsopgave
