Figuur 50
1. Motorscherm
2. Oliekoeler
Koelribben van de motor
reinigen
Om de 100 bedrijfsuren moet u de cilinder en de
koelribben van de cilinderkop reinigen. Reinig ook
de omgeving van de carburateur, de regelhendels
en de verbindingen. Hierdoor worden de
hydraulische pompen, aandrijfmechanismen en de
motor op adequate wijze gekoeld en vermindert
de kans op oververhitting en mechanische schade.
1. Verwijder het motorscherm.
2. Reinig de koelribben van de motor.
3. Monteer het motorscherm.
Figuur 51
1. Paneel
2. Motorscherm
Onderhouden remmen
Parkeerrem afstellen
Controleer of de parkeerrem goed is afgesteld.
1. Stel de remhendel buiten werking (hendel
omlaag).
2. Meet de lengte van de veer.
3. Schroeven
De lengte tussen de ringen moet 70 mm zijn
(Figuur 52).
Figuur 52
1. Remhendel
2. Veer (70 mm)
3. Stelmoeren
4. Kraag op remstang
3. Als de lengte moet worden afgesteld, draait u
de contramoer onder de veer los en draait u de
moer direct onder de gaffel aan (Figuur 52).
Draai de moer totdat de lengte correct is. Draai
de twee moeren samen vast en herhaal deze
procedure aan de andere kant van de machine.
4. Draai de moeren naar rechts om de veer korter
te maken en naar links om de veer langer te
maken.
5. Stel de parkeerrem in werking, hendel omhoog.
6. Meet de afstand tussen de taatsroller en de
kraag op de remstang.
De lengte tussen de ringen moet 5-7 mm zijn
(Figuur 52).
7. Als afstelling nodig is, draait u de contramoer
direct onder de gaffel los. Draai de onderste
stelmoeren totdat de afstand correct is
(Figuur 52). Draai de contramoer bij de gaffel
vast.
Onderhoud riemen
Riemen controleren
Controleer alle riemen om de 100 bedrijfsuren.
Controleer de riemen op scheuren, gerafelde
randen, schroeiplekken of andere schade. Vervang
beschadigde riemen.
44
5. 5–7 mm
6. Contramoer en gaffel
7. Draaipen