Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Audi A2 2000 Instructieboekje pagina 39

Inhoudsopgave

Advertenties

BEDIENING
De hoofdairbags* bevinden zich links en
rechts boven de portieren achter de hemel-
bekleding. Deze inbouwplaatsen zijn met
"AIRBAG" gemarkeerd.
Bij activering bedekken de hoofdairbags de
voorste en achterste zijruiten. Zie bladzijde
41.
Wanneer worden de airbags ge-
activeerd?
Het airbagsysteem is zo ontworpen, dat bij
zware frontale botsingen de airbags aan
bestuurders- en bijrijderszijde worden geac-
tiveerd.
Bij zware aanrijdingen van opzij wor-
den de zij-airbags samen met de hoofdair-
bag * aan de betreffende zijde van de wagen
geactiveerd.
Bij sommige ongevallen is het mogelijk dat
zowel de voorairbags als de zij-airbags en de
bijbehorende hoofdairbag* worden geacti-
veerd.
Bij lichte frontale en zijwaartse botsingen
alsmede bij botsingen van achteren en een
koprol wordt het airbag-systeem niet ge-
activeerd. In deze gevallen worden de in-
zittenden door de omgegespte veiligheids-
gordels op conventionele wijze beschermd.
Er is geen vaststaand activeringsgebied
voor het airbagsysteem vast te stellen, om-
dat de omstandigheden bij een botsing van
geval tot geval sterk verschillen Een belan-
grijke rol spelen hier bijvoorbeeld factoren
zoals eigenschappen van het object, waar
de wagen tegen aanbotst (hard, zacht), bot-
singshoek, rijsnelheid enz
Van beslissende betekenis voor het active-
ren van het airbagsysteem is het verloop
van de vertragingskrachten die optreden en
door het regelapparaat worden geregi-
streerd Blijft de tijdens de botsing opgetre-
den en geregistreerde wagenvertraging on-
der de
referentiewaarden
die
in
het
regelapparaat zijn opgeslagen, dan worden
de airbags niet geactiveerd, hoewel de wa-
gen als gevolg van het ongeval sterk ver-
vormd kan zijn
37

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave