- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - BEDIENING
Snelheidssignaal
1 )
Het systeem van het snelheidssignaal biedt
de mogelijkheid om een snelheid in het ge-
heugen op te slaan, die niet mag worden
overschreden. Zodra de rijsnelheid de inge-
stelde snelheid met ca. 10 km/u over-
schrijdt, wordt er een geluidsignaal hoor-
baar. Tegelijkertijd verschijnt in het display
het waarschuwingssymbool "km/h".
Aanwijzing
Onafhankelijk van het snelheidssignaal
dient te allen tijde de wettelijk toegestane
maximumsnelheid aan de hand van de snel-
heidsmeters te worden gecontroleerd.
1)
Bij wagens met bestuurders-informatie-sys-
teem.
Onderstaand wordt beschreven hoe de
snelheden voor de waarschuwings-
drempels 1 en 2 worden opgeslagen en
uitgewist.
Waarschuwingsdrempel 1
'8
Het waarschuwingssymbool gaat uit, als de
rijsnelheid tot onder de opgeslagen snel-
heid wordt verlaagd. Het symbool verdwijnt
ook, wanneer de rijsnelheid gedurende ten
minste 10 seconden met ongeveer 40 km/u
boven de waarschuwingsdrempel wordt
verhoogd. De opgeslagen snelheid wordt
daarbij echter niet uitgewist.
Snelheid instellen
Testknop voor het Auto-Check-Control kort
indrukken op het moment, dat op de snel-
heidsmeter de gewenste snelheid ver-
schijnt. Het opslaan wordt bij het loslaten
van de knop door het gaan branden van het
betreffende symbool bevestigd.
De snelheid blijft zo lang opgeslagen, tot
door opnieuw indrukken van de knop een
andere snelheid wordt ingesteld of het ge-
heugen wordt uitgewist.
Snelheidsinstelling uitwissen
Bij snelheden boven 5 km/u de testknop lan-
ger dan 1 seconde indrukken. Het uitwissen
wordt bevestigd doordat het waarschu-
wingssymbool met een streep erdoor op
het display verschijnt.
Bij het uitschakelen van het contact wordt
het geheugen automatisch uitgewist.
103