Download Print deze pagina

Texas Instruments TI-Innovator Technologie Handleiding pagina 144

Advertenties

AVERAGE
De opdracht  AVERAGE wordt gebruikt voor het instellen van het aantal te nemen ADC
(Analoog naar digitaalconverter) monsters om een enkele analoge sensor-(uit)lezing te
representeren.  De TI-Innovator™ Hub stelt standaard een globale waarde van drie (3)
(uit)lezingen in om een sensormeting te doen. Dit wordt gedaan om de variatie
vanwege lawaai enz. te verlagen. Deze standaard kan worden bijgesteld tussen 1 en 25
met de STEL GEMIDDELDE n IN -opdracht.  De huidige standaard kan worden verkregen
via de READ AVERAGING -opdracht.
Voor afzonderlijke sensoren kan de standaard na de CONNECT -operatie worden
gewijzigd door de AVERAGE -opdracht te gebruiken.  De opmaak is AVERAGE sensor [i]
, waarbij sensor een sensor uit de onderstaande tabel is en [i] de index is, als
waarde
nodig om de specifieke sensor te identificeren, en waarde een getal is van 1 tot 25.
Als een monster/meting wordt aangevraagd neemt de sensor het aantal (uit)lezingen
dat is aangegeven met waarde, met tussentijden van 10 microseconden, telt de
meetwaarden op en berekent het gemiddelde ervan.
Een gemiddelde waarde van een afzonderlijke sensor kan worden verkregen door READ
sensor [i] AVERAGE
'iets' (voor analoge apparaten stelt de afzonderlijke
AVERAGE
overbemonsteringswaarde voor het (uit)lezen in van 1 tot 25)
Opdracht:
Opdrachtsyntax:
Beschrijven:
Uitkomst:
Type of
Adresseerbare
component:
.
AVERAGE
AVERAGE
Specificeert het aantal te nemen analoge (uit)lezingen op een
specifieke sensor om een enkele (uit)lezing van die sensor te
verkrijgen. Geldige waardes variëren van 1 tot 25 'metingen', die
10 microseconden uit elkaar liggen en waarvan het gemiddelde
berekend wordt. De sensors gebruiken de systeemstandaard
van 3 metingen', indien de globale instelling van het systeem niet
via een
SET AVERAGING
-opdracht gewijzigd werd.
CE Rekenmachines
TI-Innovator™ Hub-opdrachten versie 1.5
TI-Nspire™ CX
128

Advertenties

loading