Ontladingsindicator van de batterij: het bestuurdersvenster toont de laadtoestand
van de batterij (49). Het onderste bereik van het batterijsymbool wordt leeg
afgebeeld. Dit staat voor de restcapaciteit van de batterij die, teneinde schade aan de
batterij te voorkomen, niet kan worden opgenomen.
M
De batterijverbruik-indicator / batterijverbruik-bewaker wordt fabrieksmatig ingesteld
op standaard batterijen.
Als een batterij tot de toelaatbare ontlaadtoestand is ontladen, wordt het
batterijsymbool als leeg weergegeven.
Batterijontladingsbewaker:
restcapaciteit, wordt de heffunctie uitgeschakeld. Er verschijnt dan een
overeenkomstige melding op het venster.
Z
De heffunctie wordt pas weer vrijgegeven, wanneer de aangesloten batterij voor
minstens 70% is geladen.
Restloop-indicatie: De resttijd van de batterij tot het bereiken van de restcapaciteit
wordt weergegeven.
Om de resttijd weer te geven, kan de indicatie (48) door langdurig bedienen van de
Shift-knop (56) (3 seconden) worden omgeschakeld.
Z
Het venster pendelt tussen de tijd en de restlooptijd.
E 38
48
62
wanneer
de
capaciteit
49 50
56
lager
wordt
61
dan
de