Stoelverwarming
Bedien de schakelaar (6): 1 = stoelverwarming AAN; 0 = stoelverwarming UIT
Ondersteuning lendewervel:
Handwiel (7) in positie 0 = geen kromming in het lendewervelbereik.
Handwiel (7) in positie 1 draaien = kromming toenemend in het bovenste
lendewervelbereik.
Handwiel (7) in positie 2 draaien = kromming toenemend in het onderste
lendewervelbereik.
3.2.1 Aanwijzingen voor het gebruik van
de veiligheidsgordel o
– Gordel aanbrengen voordat u het
interne
beweging laat maken.
– De veiligheidsgordel (22) instellen op
basis van de lichaamslengte.
– Geen
veranderingen
veiligheidsgordel aanbrengen.
– Bevroren
bevroren
ontdooien en drogen.
– De temperatuur van de warme lucht
mag niet hoger zijn dan +60 °C.
– Veiligheidsgordel en de stoelkap na
ieder
ongeval
bruikbaarheid
vervangen.
– Beschadigde of niet meer werkende
veiligheidsgordels
vervangen
of filialen.
– Bij achteraf gemonteerde onderdelen
en reparaties uitsluitend originele
onderdelen gebruiken.
E 10
transportmiddel
aan
gordelsluiting
(20)
gordelspanner
controleren
en
indien
uitsluitend
door
de
distributeur
enige
de
of
laten
20
21
op
nodig
laten
22