De rugleuning instellen:
– Trek de vergrendelhendel (7) omhoog en stel de hoek van de rugleuning (16) in.
– Laat de vergrendelhendel weer los; de rugleuning wordt vergrendeld.
De zitpositie instellen:
– Trek de vergrendelhendel (5) van de stoelvergrendeling in de pijlrichting naar
boven en breng de stoel in de juiste zitpositie door deze naar voren of achteren te
schuiven.
– Laat de vergrendelhendel (5) weer in de groef springen.
Z
De instelling van de stoel heeft betrekking op de standaard uitvoering. Gebruik de
instelbeschrijving van de producent voor afwijkende uitvoeringen. Let er bij de
instelling op, dat alle bedieningselementen goed zijn te bereiken.
Stoelverwarming instellen
M
Langdurig contact van de onbedekte ofwel onbeschermde huid met verwarmd zitvlak
vermijden.
Werkwijze
– Knop stoelverwarming (C) één keer indrukken.
Verwarming wisselt naar verwarmen stand 3 (hoogste stand), alle led's (D) branden
constant.
– Knop stoelverwarming (C) nog een keer indrukken.
Verwarming wisselt naar verwarmen stand 2.
– Knop stoelverwarming (C) nog een keer indrukken.
Verwarming wisselt naar verwarmen stand 1.
– Knop stoelverwarming (C) nog een keer indrukken.
Verwarming wisselt naar stand-by (uit).
Stoelverwarming ingesteld.
M
Bij een storing knipperen één of meerdere led's (D) naast de schakelaar. Intern
transportmiddel uitschakelen. Intern transportmiddel weer inschakelen. Indien nodig
service bellen.
Z
Bij de koelhuisuitvoering (o) is een stoelverwarming geïntegreerd, bediening met de
schakelaar (8) in de bestuurdersstoel.
E 8
C
D