6.3
Parameterinstellingen
U moet de mastercode invoeren wanneer u de voertuiginstelling wilt veranderen.
Z
De fabrieksinstelling van de mastercode is 7-2-9-5.
M
Verander de mastercode bij de eerste inbedrijfstelling.
De mastercode invoeren:
– Bedien de o-knop
– Voer de mastercode in
Codeslot-parameters
Instelprocedure voor voertuigen:
– Voer het driecijferig parameternummer in en bevestig uw keuze met de Set-knop (68).
– Voer de instelwaarde volgens de parameterlijst in, respectievelijk verander deze.
Bevestig uw keuze met de Set-knop (68).
Z
Bij een verkeerde invoer knippert de LED (67) van de o-knop (72) rood. Na een
nieuwe invoer van het parameternummer kunt u de instelwaarde invoeren of
veranderen.
Herhaal het proces wanneer u meer parameters wilt invoeren. Druk ter afsluiting van
de invoer op de o-knop (72).
E 50