Gevaar op beschadiging van componenten bij het reinigen van het interne
transportmiddel
Wanneer u het interne transportmiddel reinigt met een waterstraal of hogedrukreini-
ger, moet u vooraf alle elektrische en elektronische bouwgroepen zorgvuldig afdek-
ken, omdat vocht storingen kan veroorzaken. Reiniging met een stoomstraal is niet
toegestaan.
Na de reiniging de werkzaamheden uitvoeren die zijn beschreven in de paragraaf
"Opnieuw in bedrijf nemen".
Werkzaamheden aan de elektrische installatie
M
Gevaar op ongevallen
– Uitsluitend elektrotechnisch geschoolde vakmensen mogen werkzaamheden uit-
voeren aan de elektrische installatie.
– Voorafgaand aan werkzaamheden moeten alle maatregelen worden getroffen die
nodig zijn om elektrische ongevallen uit te sluiten.
– Voordat u begint met de werkzaamheden de verbinding met de batterij (batterij-
stekker eruit trekken) verbreken.
M
Gevaar voor ongevallen door elektrische stroom
Aan de elektrische installatie mag alleen worden gewerkt in spanningsloze toestand.
Voor aanvang van de onderhoudswerkzaamheden aan de elektrische installatie:
– Interne transportmiddel veilig parkeren (zie "Intern transportmiddel veilig parkeren"
in hoofdstuk E).
– Schakelaar NOODSTOP indrukken.
– Verbinding met de batterij verbreken (batterijstekker eruit trekken).
– Ringen, metalen armbanden en dergelijke afdoen voordat u werkzaamheden
verricht aan elektrische onderdelen.
Bedrijfsmiddelen en oude onderdelen
Bedrijfsmiddelen en oude onderdelen moeten op juiste wijze volgens de geldende
bepalingen voor milieubescherming worden afgevoerd. Voor het verversen van de
olie staat de speciaal voor deze taken geschoolde klantenservice van de producent
ter beschikking.
– Veiligheidsvoorschriften in acht nemen als u met deze stoffen werkt.
Laswerkzaamheden
Elektrische en elektronische componenten uit het interne transportmiddel demonte-
ren, voordat u laswerkzaamheden gaat uitvoeren, om beschadiging van deze onder-
delen te voorkomen.
Instelwaarden
Bij reparaties en bij het vervangen van hydraulische / elektrische / elektronische
componenten moet rekening gehouden worden met de voertuigafhankelijke instel-
waarden.
F 3