F Onderhoud van het interne transportmiddel
1
Bedrijfsveiligheid en milieubescherming
Verricht de controles en onderhoudswerkzaamheden die in dit hoofdstuk worden
vermeld, volgens de intervallen van de onderhoudscontrolelijsten.
F
Gevaar op ongevallen en gevaar op beschadiging van onderdelen
Iedere verandering aan het interne transportmiddel (met name aan de
veiligheidsvoorzieningen) is verboden. U mag de werksnelheden van het interne
transportmiddel in geen geval veranderen.
Uitzondering: Exploitanten mogen enkel wijzigingen aan door motorisch aangedre-
ven interne transportmiddelen aanbrengen of laten aanbrengen als de producent van
het interne transportmiddel zich uit de handel heeft teruggetrokken en er geen opvol-
ger is. De exploitanten moeten echter:
– ervoor zorgen, dat de uit te voeren wijzigingen door een vakingenieur voor interne
transportmiddelen worden aangebracht en de veiligheid ervan gepland, gecontro-
leerd en uitgevoerd wordt
– duurzame documentatie van de planning, controle en uitvoering van de wijziging
hebben
– de betreffende wijzigingen aan de plaatjes voor de informatie over de hefcapaciteit,
aan de pictogrammen en stickers, evenals aan de bedienings- en werkplaatshand-
boeken laten aanbrengen en laten verifiëren
– een duurzame en goed zichtbare markering aan de interne transportmiddelen aan-
brengen, waaruit de aard van de aangebrachte wijzigingen, de datum van de wijzi-
gingen en naam en adres van de organisatie, aan wie deze taak werd
toevertrouwd, blijken.
M
Uitsluitend originele onderdelen vallen onder onze kwaliteitscontrole. Gebruik
uitsluitend onderdelen van de producent, teneinde een veilig en betrouwbaar bedrijf
te garanderen. Oude onderdelen en gebruiksmiddelen moet u vakkundig verwijderen
volgens de geldende milieuvoorschriften. De olieservice van de producent staat u ter
beschikking voor het verversen van de olie.
Voer na de controles en onderhoudswerkzaamheden de handelingen uit die worden
beschreven in de paragraaf "Weer in gebruik nemen" (zie hoofdstuk F).
F 1