Storingsmeldingen van het bedieningspaneel
De volgende storingen worden weergegeven door het rood knipperen van de LED (67).
– Nieuwe mastercode is reeds bedienercode.
– Nieuwe bedienercode is reeds mastercode.
– Er is geen bedienercode om te veranderen.
– U moet de bedienercode veranderen in een andere bedienercode, die reeds
aanwezig is
– Er is geen bedienercode om te wissen.
– Codegeheugen is vol.
7
ISM (o)
Z
Bij uitrusting met ISM-toegangsmodule, zie handleiding „ISM toegangsmodule".
8
Voertuigparameters veranderen
F
Door de voertuigparameter te veranderen, wordt het rijgedrag van het voertuig
veranderd. Let daar op bij de inbedrijfstelling!
U mag parameters uitsluitend bij stilstaand voertuig en zonder hefbewegingen wijzigen.
Met behulp van het bestuurdersvenster kunt u ook enkele voertuigparameters
(versnelling, uitrolrem, omkeerrem, snelheid in aandrijfrichting, snelheid in
vorkrichting en hefsnelheid) en daarmee het gedrag van het voertuig veranderen.
t
Voerguigen met bestuurdersvenster en schakelslot
Gebruik bij voertuigen met schakelslot de grijze servicesleutel, om in de rij- en
hefparameters te komen.
o
Voertuig met bestuurdersvenster en CANCODE
Z
Vóór het binnengaan van het SERVICEMENU / PARAMETERMENU wordt de
pincode gevraagd. Standaard is bij voertuigen met CANCODE (o) de pincode 7295
ingesteld.
Voer vóór het inschakelen van het voertuig de toegewezen pincode in. Dan wordt
vóór het binnengaan van het SERVICEMENU / PARAMETERMENU de pincode niet
meer gevraagd. De parameterinstellingen worden opgeslagen onder de pincode.
Er zijn vijftien individueel programmeerbare parameterinstellingen (verandering van
bestuurder of programma) mogelijk. Wanneer u andere parameterinstellingen wilt
selecteren, moet u het voertuig af- en weer aanmelden of in- en weer uitschakelen.
Voer de volgende pincode in.
M
Uitsluitend de bevoegde service van de fabrikant mag veranderingen aanbrengen in
de servicemodus!
E 53