Remmen met de omkeerrem:
– De rijrichtingschakelaar (20 / 20a) tijdens het rijden bedienen. Er wordt
overgeschakeld naar de tegengestelde rijrichting; het voertuig wordt geremd door
de rijstroomregeling, tot het voertuig in de tegengestelde rijrichting begint te rijden.
Z
Deze modus vermindert het energieverbruik. De energie wordt teruggewonnen,
geregeld door de rijstroomregeling. Op het bestuurdersvenster leest u het opladen
van de batterij af.
E 22
20
20a