5
Voor de indicatie van de werkelijke lasstroom tijdens de laswerkzaamheid:
-
-
Correcties bij de
Om een optimaal lasresultaat te bereiken kan in veel gevallen de parameter Dynamiek
laswerkzaamhe-
worden ingesteld.
den
1
2
Functie HotStart
Om een optimaal lasresultaat te bereiken, kan in veel gevallen de functie HotStart worden
ingesteld.
Voordelen
-
-
-
De instelling van de beschikbare parameter wordt beschreven in het deel "Setup-instellin-
gen", "Setup-menu - niveau 2".
Anti-stick-functie
Bij korter wordende lichtbogen kan de lasspanning zover dalen dat de staafelektrode ertoe
neigt vast te kleven. Daarnaast kan de staafelektrode uitgloeien.
76
In beginsel blijven alle door middel van het instelwiel ingestelde gewenste parameter-
waarden tot de volgende wijziging opgeslagen. Dat geldt ook als de stroombron tus-
sentijds wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld.
Lasprocedure beginnen
Met behulp van de toets Parameterkeuze de parameter Lasstroom kiezen
de werkelijke lasstroom wordt tijdens het lassen op het digitale scherm getoond.
Door middel van de toets Parameterkeuze de parameter Dynamiek kiezen
Dynamiek met het stelwiel op de gewenste waarde instellen
De waarde van de parameters verschijnt in het er boven geplaatste digitale venster.
Verbetering van de ontstekingseigenschappen, ook bij elektroden met slechte ontste-
kingseigenschappen
Beter opsmelten van het grondmateriaal in de startfase, daardoor weinig koude plek-
ken
Vergaand vermijden van slakken-insluitsels
I (A)
Hti
300
200
HCU
I
0,5
Legende
Hti: Hot-current time = Hotstroom-tijd,
0 - 2 s, fabrieksinstelling 0,5 s
HCU: HotStart-current = HotStart-stroom,
100 - 200 %, fabrieksinstelling 150 %
HCU > I
H
I
: Hoofdstroom = ingestelde lasstroom
H
Werkingswijze
Tijdens de ingestelde Hotstroom-tijd (Hti)
wordt de lasstroom naar een bepaalde
waarde verhoogd. Deze waarde (HCU) is
H
hoger dan de ingestelde lasstroom (I
t (s)
1
1,5
).
H