Storingen die de veiligheid nadelig kunnen beïnvloeden, moeten zijn verholpen voordat het
apparaat wordt ingeschakeld.
Het gaat om uw eigen veiligheid!
Gebruik overeen-
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor werkzaamheden overeenkomstig het bedoelde
komstig de be-
gebruik.
doeling
Het apparaat is uitsluitend voor de op het kenplaatje vermelde laswerkzaamheden be-
stemd.
Ieder ander of afwijkend gebruik geldt als gebruik niet overeenkomstig de bedoeling. De
fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade.
Tot gebruik overeenkomstig de bedoeling behoort ook:
-
-
-
Gebruik het apparaat nooit voor de volgende doeleinden:
-
-
-
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in industrie- en productieomgevingen. De fabrikant
is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik in woonomgevingen.
De fabrikant aanvaardt evenmin aansprakelijkheid voor gebrekkige of onjuiste resultaten.
Omgevingsvoor-
Gebruik of opslag van het apparaat buiten het aangegeven bereik geldt niet als gebruik
waarden
overeenkomstig de bedoeling. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloei-
ende schade.
Temperatuurbereik van de omgevingslucht:
-
-
Relatieve luchtvochtigheid:
-
-
Omgevingslucht: vrij van stof, zuren, corrosieve gassen of substanties, enz.
Hoogte boven de zeespiegel: tot 2.000 m (6561 ft. 8.16 in.)
Verplichtingen
De gebruiker is verplicht uitsluitend personen met het apparaat te laten werken die:
van de gebruiker
-
-
-
Er moet regelmatig worden gecontroleerd of het personeel in voldoende mate veiligheids-
bewust werkt.
10
het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen in de handleiding
het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en
gevaren
het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden.
het ontdooien van leidingen
het laden van batterijen of accu's
het starten van motoren
tijdens het lassen: -10 °C tot + 40 °C (14 °F tot 104 °F)
tijdens transport en opslag: -20 °C tot +55 °C (-4 °F tot 131 °F)
tot 50% bij 40 °C (104 °F)
tot 90% bij 20 °C (68 °F)
op de hoogte zijn van de fundamentele voorschriften over arbeidsveiligheid en onge-
vallenpreventie, en vertrouwd zijn met de bediening van het apparaat
deze bedieningshandleiding, met name het hoofdstuk "Veiligheidsvoorschriften", heb-
ben gelezen en begrepen, en dit door het zetten van hun handtekening hebben be-
vestigd
voldoende gekwalificeerd zijn voor de werkzaamheden die zij uitvoeren.