(2)
(3)
Toetsenblokke-
Om onbedoelde instellingswijzigingen op het bedieningspaneel te voorkomen, kunt u de
ring
toetsenblokkering inschakelen. Zolang de toetsenblokkering actief is
-
-
Ga als volgt te werk om de toetsenblokkering in/uit te schakelen:
Toetsenblokkering actief:
Op het scherm wordt de melding "CLO | SEd" weergegeven.
Toetsenblokkering niet actief:
Op het scherm wordt de melding "OP | En" weergegeven.
Serviceparameter
Door het gelijktijdig indrukken van de toetsen Dynamiek kunnen er diverse serviceparame-
ters worden opgeroepen.
Weergave openen
De eerste parameter, "Firmwareversie", wordt weergegeven, bijv. "1.00 | 4.21"
Parameter selecteren
Beschikbare parameters
34
Schalen voor plaatdikte
in mm
De beide instelregelaars moeten telkens op de overeenstemmende waarde van de
gebruikte plaatdikte staan om de basisinstelling overeenkomstig de instelhulp te
verkrijgen.
Dynamiek
Voor drie plaatdiktebereiken zijn telkens aanbevolen instellingen voor de dynamiek
aangegeven.
kunnen er geen instellingen worden gemaakt via het bedieningspaneel
kunnen er uitsluitend parameterinstellingen worden opgevraagd
Druk de toets Bedrijfsmodus in en houd deze vast
1
Druk op de toets Dynamiek rechts
2
Laat de toetsen Bedrijfsmodus en Dynamiek los
3
Druk de toets Dynamiek in en houd deze ingedrukt
1
Druk de toets Dynamiek + in
2
Laat de toetsen Dynamiek los
3
selecteer met behulp van de toetsen Bedrijfsmodus en Procedu-
1
re de gewenste Setup-parameter