Reiniging, onderhoud en reparatien
13.7.2
Banden monteren
206
•
Controleer de bandenspanning regelmatig bij koude banden, dus
voor het rijden, zie pagina 55.
•
Het luchtdrukverschil in de banden van een as mag niet groter
zijn dan 0,1 bar.
•
De bandenspanning kan tot 1 bar oplopen na een snelle rit of bij
warm weer. In geen geval de bandenspanning verlagen, omdat
de bandenspanning anders bij het afkoelen te laag is.
•
Voordat u een nieuwe band of een andere band monteert, eerst
de roestplekken op de velgrand verwijderen. Tijdens het rijden
kan corrosie schade aan de velgen veroorzaken.
•
Gebruik bij de montage van nieuwe banden altijd nieuwe bin-
nenbandloze ventielen of slangen.
•
Schroef altijd ventieldoppen met dichting op de ventielen.
UX 11200 BAG0101.9 11.17