Remtrommel op verontreiniging controleren
1. Schroef beide afdekplaten (Afb. 140/1) aan
de binnenzijde van de remtrommel los.
2. Verwijder eventueel binnengedrongen vuil
en plantenresten.
3. Monteer de afdekplaten weer.
VOORZICHTIG
Binnengedrongen vuil kan zich op
de remvoeringen (Afb. 140/2) afzet-
ten en hierdoor de remwerking aan-
zienlijk verslechteren.
Gevaar voor ongevallen!
Zit er vuil in de remtrommel, dan moe-
ten de remvoeringen in een vakwerk-
plaats worden gecontroleerd.
Hiervoor moeten wiel en remtrommel
worden gedemonteerd.
Wielnaaflagerspeling controleren
Voor het controleren van de wielnaaflagerspeling
de as optillen tot de banden vrij zijn. Rem lossen.
Hefboom tussen banden en grond plaatsen en
speling controleren.
Bij voelbare lagerspeling:
Lagerspeling instellen
•
Stofkap of naafkap verwijderen.
•
Splitpen uit de asmoer verwijderen.
•
Wielmoer onder gelijktijdig draaien van het
wiel aandraaien tot de loop van de wielnaaf
lichtjes geremd wordt.
•
Asmoer tot het eerstvolgende insteekgat
voor de splitpen terugdraaien. Maximaal
30° terugdraaien tot het gat zichtbaar is.
•
Splitpen monteren en lichtjes ombuigen.
•
Stofkap met een beetje duurzaam smeervet
bijvullen en in de wielnaaf slaan of in-
schroeven.
UX 11200 BAG0101.9 11.17
Reiniging, onderhoud en reparatien
Afb. 135
Afb. 136
Afb. 137
199