Exporteer
Systeembestand
Exporteer Config Bestand Het gebruikersconfiguratiebestand bevat alle instellingen voor de controller. Open
Importeer Config
Bestand
Herstel Standaardin-
stellingen
Software Upgrade
OPMERKING: Om de IP65-bescherming niet te compromitteren, altijd de stick verwijderen en de dop weer stevig
aanbrengen over de USB-aansluiting wanneer deze niet wordt gebruikt.
5.4.8
Regelaar Details
Regelaar Details
Product Naam
Serienummer
Controlerkaart
Software Ver
Spanningskaart
Sensorkaart #1
Software Ver
Sensorkaart #2
Software Ver
Netwerkkaart
Software Ver
Displaykaart
AO Kaart
Laatste datalog
Batterij Niveau
Interne Temp 1
Interne Temp 2
Interne Temp 3
Interne Temp 4
+5 Volt Voeding
Met deze functie slaat u het systeemlogbestand op een USB-memory-stick op. In dit
bestand worden wijzigingen van de hardware, software-upgrades, automatische
kalibraties, stroomonderbrekingen, problemen op systeemniveau, enz. geregistreerd.
dit menu om de controllerinstellingen op een USB-stick op te slaan om op een later
tijdstip de instellingen van de controller te herstellen of om andere controllers met
dezelfde instellingen als deze te programmeren. Het maken van het bestand en het
overzetten op de stick duurt enkele minuten.
Het gebruikersconfiguratiebestand bevat alle instellingen voor de controller. Sluit
een USB-stick aan waarop het gewenste configuratiebestand is opgeslagen. Open dit
menu om het bestand vanaf de stick in de controller te importeren.
Open dit menu om alle instellingen terug te zetten naar de fabrieksinstellingen. Eventuele
eerder gewijzigde instellingen gaan hierdoor verloren!
Sluit een USB-stick met daarop het upgradebestand in de hoofdmap aan op de
USB-aansluiting onder de waterdichte dop aan de buitenzijde van het frontpaneel (zie
figuur 18). Raak het Bevestigen-pictogram aan en raak vervolgens het Bevestigen-
pictogram aan om de upgrade te starten.
Toont de naam voor de gebruikte groep standaardinstellingen, zoals gebouwd
Toont het model van de controller, zoals gebouwd
Toont het serienummer van de controller
Toont het versienummer van de printplaat van het frontpaneel
Toont de softwareversie op de besturingsplaat
Toont het versienummer van de voedings/relais-printplaat
Toont het revisienummer van de sensorprintplaat in Sensor 1-sleuf
Toont de softwareversie op de sensorprintplaat in sleuf Sensor 1
Toont het revisienummer van de sensorprintplaat in Sensor 2-sleuf
Toont de softwareversie op de sensorprintplaat in sleuf Sensor 2
Toont het revisienummer van de netwerkkaart
Toont de softwareversie op de netwerkkaart
Toont het versienummer van de displayprintplaat
(Analoge-uitgang-printplaat) Toont het versienummer van de printplaat voor de analoge
uitgang
Toont de datum en het tijdstip van de laatste datalogdownload
Toont de VDC-output van de batterij die dient om de datum en tijdgegevens te bewaren.
Het aanvaardbare bereik is 2,4 tot 3,2 VDC.
Toont de temperatuur van de hoofdprocessor. Het aanvaardbare bereik is 10 tot 65 °C.
Toont de temperatuur van de sensoringang-processor die in I/O-sleuf 1 is geïnstalleerd. Het
aanvaardbare bereik is 10 tot 65 °C.
Toont de temperatuur van de sensoringang-processor die in I/O-sleuf 2 is geïnstalleerd. Het
aanvaardbare bereik is 10 tot 65 °C.
Toont de temperatuur van de netwerkkaartprocessor. Het aanvaardbare bereik is 10 tot 65 °C.
Het normale bereik is 4,75 tot 5,25 VDC. De 5V-voeding wordt gebruikt voor de voeding
van alle I/O.
86