Eerste Buffer Waarde (verschijnt niet wanneer automatische bufferherkenning wordt gebruikt)Voer de waarde in
van de gebruikte buffer
Spoel Sensor
Haal de sensor uit het proces, spoel hem af en plaats hem in de bufferoplossing. Raak Bevestigen aan wanneer u klaar bent.
Stabiliseren
Wanneer de temperatuur (indien van toepassing) en het signaal van de sensor stabiel zijn, gaat de controller automatisch
door naar de volgende stap. Als deze waarden niet stabiel worden, kunt u handmatig doorgaan naar de volgende stap
door Bevestigen aan te raken.
Tweede Buffertemperatuur (verschijnt alleen als er geen temperatuursensor wordt gedetecteerd wordt voor sensor-
types die automatische temperatuurcompensatie toepassen)
Voer de buffertemperatuur in en raak Bevestigen aan.
Tweede Buffer Waarde (verschijnt niet wanneer automatische bufferherkenning wordt gebruikt)
Voer de waarde in van de gebruikte buffer
Elektrode spoelen
Haal de sensor uit het proces, spoel hem af en plaats hem in de bufferoplossing. Raak Bevestigen aan wanneer u klaar bent.
Stabiliseren
Wanneer de temperatuur (indien van toepassing) en het signaal van de sensor stabiel zijn, gaat de controller automatisch
door naar de volgende stap. Als deze waarden niet stabiel worden, kunt u handmatig doorgaan naar de volgende stap
door Bevestigen aan te raken.
Kalibratie Succesvol of Kalibratie Mislukt
Als de kalibratie geslaagd is, moet u Bevestigen aanraken om de nieuwe kalibratie in het geheugen op te slaan. Bij
de kalibratie worden de afwijking (offset) en de versterking (steilheid) ingesteld en worden de nieuwe waarden op
het display getoond. Als de kalibratie mislukt is, kunt u opnieuw proberen, of annuleren. Zie hoofdstuk 8 voor het
opsporen en verhelpen van mislukte kalibraties.
Hervat Sturing
Breng de sensor opnieuw aan in het proces en raak Bevestigen aan zodra u klaar bent om de regeling te hervatten.
Driepuntsbufferkalibratie (pH sensoren alleen)
Kalibratie schakelt regeling uit
Raak Bevestigen aan om door te gaan of Annuleren om af te breken
Buffertemperatuur (verschijnt alleen als er geen temperatuursensor wordt gedetecteerd wordt voor sensortypes die
automatische temperatuurcompensatie toepassen)
Voer de buffertemperatuur in en raak Bevestigen aan.
Eerste Buffer Waarde (verschijnt niet wanneer automatische bufferherkenning wordt gebruikt)Voer de waarde in
van de gebruikte buffer
Spoel Sensor
Haal de sensor uit het proces, spoel hem af en plaats hem in de bufferoplossing. Raak Bevestigen aan wanneer u klaar bent.
Stabiliseren
Wanneer de temperatuur (indien van toepassing) en het signaal van de sensor stabiel zijn, gaat de controller automatisch
door naar de volgende stap. Als deze waarden niet stabiel worden, kunt u handmatig doorgaan naar de volgende stap
door Bevestigen aan te raken.
Tweede Buffertemperatuur (verschijnt alleen als er geen temperatuursensor wordt gedetecteerd wordt voor sensor-
types die automatische temperatuurcompensatie toepassen)
Voer de buffertemperatuur in en raak Bevestigen aan.
44