5.3.10
Relais, bedieningsmodus "Bemonster Interval"
ALLEEN BESCHIKBAAR WANNEER HVAC-MODI IN HET CONFIGURATIEMENU ZIJN INGESCHAKELD
– ALGEMENE INSTELLINGEN
In de bedieningsmodus Bemonster Interval met proportionele spuitijd leest de controller een analoge ingang volgens
een bepaald tijdschema, en het relais reageert om de geleidbaarheid op het instelpunt te houden door te activeren
gedurende een programmeerbare tijdsduur die varieert naargelang van de afwijking van het instelpunt.
Het relais doorloopt daarbij een opeenvolging van bekrachtiging/deactivering zoals hierna beschreven. Het beoogde
doel van dit algoritme is de spuitijd van de ketel. Bij een groot aantal ketels is het niet mogelijk de sensor voort-
durend monsters te leveren, omdat er geen recirculatielus mogelijk is en omdat het een verspilling zou zijn om voort-
durend heet water (langs de sensor) naar een afvoergoot te laten lopen. Daarom wordt in dat geval af en toe een klep
geopend om een monster naar de sensor te sturen.
Waar een minder dan ideale plaatsing van de sensor er de oorzaak van is dat het monster tot stoom kan verdampen en
een foute, te lage meetwaarde genereren, kan dit probleem worden verholpen door de meting uit te voeren terwijl het
monster in de leiding wordt gehouden met de bemonsteringklep gesloten. Schakel in dat geval Monster insluiten in.
Zo blijft het monster onder keteldruk en derhalve in vloeibare toestand. Omdat de geleidbaarheidsmeting niet betrou-
wbaar is met de klep open, wordt het aflaten getimed uitgevoerd, in plaats van als onmiddellijke reactie op de sen-
sorwaarde. Veeleer dan zich te verlaten op een vast tijdstip, waar het aflaten veel langer zou kunnen duren dan nodig
wanneer de meetwaarde amper afwijkt van de instelwaarde, wordt bij "proportioneel aflaten" de tijdsduur aangepast.
Wanneer Monster insluiten uitgeschakeld is, wordt de spuitijd niet getimed en de Vasthoud-tijd en Max. spuitijd
worden niet gebruikt. De aflaatklep blijft geopend tot de geleidbaarheid onder het instelpunt is gedaald. In dat geval
is het menu Uitgang Tijdslimiet beschikbaar om het aflaten te stoppen wanneer de sensor niet reageert.
Let op, in de software is het niet mogelijk om twee relais die Periodieke bemonstering gebruiken aan dezelfde senso-
ringang toe te wijzen; de vorige relaisinstelling wordt dan uitgeschakeld.
Uitgangsgegevens
De details voor dit type uitgang omvatten de aan/uit-toestand van het relais, relaisstatus (HUA-modus, vergrendel-
ingsstatus, stap van de periodieke bemonsteringscyclus enz.), resterende tijd voor de stap van de periodieke bemon-
steringscyclus, alarmen die gerelateerd zijn aan deze uitgang, de live-meting van de geleidbaarheid, huidige cyclus
volgens tijd, relaistype en de huidige regelmodusinstelling.
Instellingen
Raak het Instellingen-pictogram aan om de instellingen voor het relais te bekijken of te veranderen.
Setpunt
Proportionele Band
Dode Band
Bemonstertijd
Vasthoud tijd
(Instelpunt) Voer de geleidbaarheidswaarde in, waaronder de controller geen aflaatcyclus
zal starten.
(only shown if trap sample is enabled) Voer de geleidbaarheidswaarde boven het in-
stelpunt in, waarbij de maximale aflaatduur zich zal voordoen. Voer de geleidbaarheid-
swaarde boven het instelpunt in, waarbij de maximale aflaatduur wordt uitgevoerd. Wan-
neer het instelpunt bijvoorbeeld 2000 uS/cm is en de proportionele band is 200 uS/cm,
dan zal bij een geleidbaarheid van meer dan 2200 uS/cm de aflaatklep worden geopend
gedurende de maximale aflaatduur die hieronder staat beschreven. Wanneer de geleidbaar-
heid van het ingesloten monster 2100 uS/cm is, zal de aflaatklep gedurende de helft van
de maximale aflaatduur worden geopend.
(wordt alleen getoond wanneer Monster insluiten uitgeschakeld is). Voer voor de sensor-
verwerkingswaarde een andere waarde in dan voor het instelpunt waarop het relais wordt
uitgeschakeld.
Voer in hoelang de aflaatklep zal openblijven om een vers monster van het ketelwater te
nemen.
(wordt alleen getoond wanneer Monster insluiten ingeschakeld is) Voer in hoelang de aflaatk-
lep gesloten zal blijven om te verzekeren dat het afgenomen monster onder keteldruk staat.
62