Buffers
Standaard Temp
Kabellengte
Ø Kabel
Elektrode
Naam
Type
5.2.5
Redox
Instellingen
Raak het Instellingen-pictogram aan om de instellingen voor de sensor te bekijken of te veranderen.
Alarmen
Dode Band
Reset Kalibratie Waarden Open dit menu om de sensorkalibratie terug te zetten naar de standaardwaarden.
Kal Nodig Alarm
Alarmonderdrukking
Effeningsfactor
Standaard Temp
Kabellengte
Ø Kabel
Naam
Type
Selecteer of kalibratiebuffers handmatig worden ingevoerd of dat ze automatisch worden
gedetecteerd, en indien ja, welke set met buffers zal worden gebruikt. De keuzes zijn
Manueel, JIS/NIST-norm, DIN-technisch of Traceerbaar 4/7/10.
(Standaardtemperatuur) Als op enig moment het temperatuursignaal niet meer wordt gedetecteerd,
gebruikt de controller de ingestelde standaardtemperatuur voor de temperatuurcompensatie.
De controller compenseert automatisch voor fouten in de gemeten waarden die het
gevolg zijn van lengteverschillen in de gebruikte kabel.
De kabellengtecompensatie is afhankelijk van de diameter van de draad die wordt gebruikt
om de kabel te verlengen
Selecteer Glas voor een standaard pH-elektrode of Antimoon. pH-elektrodes van anti-
moon hebben een standaardhelling van 49 mV/pH en een offset van -320 mV bij pH 7.
Hier kunt u de naam aanpassen waarmee de betreffende sensor wordt geïdentificeerd.
Selecteer het type sensor dat moet worden aangesloten.
De alarmgrenswaarden laag-laag, laag, hoog en hoog-hoog kunnen worden ingesteld.
Dit is de dode band voor het alarm. Bijvoorbeeld, als het hoog alarm is ingesteld op
800 en de dode band op 10, dan wordt het alarm geactiveerd bij 801 en weer gedeac-
tiveerd bij 790.
Voor de weergave van een alarmbericht als herinnering om de sensor te kalibreren
volgens een regelmatig schema. Voer hiervoor het aantal dagen tussen de kalibraties
in. Stel deze op 0 in wanneer er geen herinneringen nodig zijn.
Wanneer relais of digitale ingangen geselecteerd zijn, zullen eventuele alarmen die ger-
elateerd zijn aan deze ingang worden onderdrukt wanneer het geselecteerde relais of de
geselecteerde digitale uitgang actief is. Dit wordt gewoonlijk gebruikt om alarmen te voor-
komen als er geen monsterstroom langs de digitale ingang van de debietschakelaar stroomt.
Verhoog de effeningsfactor om de reactie op wijzigingen te dempen. Bij een effenings-
factor van bijv. 10% zal de volgende uitlezing bestaan uit een gemiddelde van 10%
van de vorige waarde en 90% van de huidige waarde.
(Standaardtemperatuur) Als op enig moment het temperatuursignaal niet meer wordt gedetect-
eerd, gebruikt de controller de ingestelde standaardtemperatuur voor de temperatuurcompensa-
tie.
De controller compenseert automatisch voor fouten in de gemeten waarden die het
gevolg zijn van lengteverschillen in de gebruikte kabel.
De kabellengtecompensatie is afhankelijk van de diameter van de draad die wordt geb-
ruikt om de kabel te verlengen
Hier kunt u de naam aanpassen waarmee de betreffende sensor wordt geïdentificeerd.
Selecteer het type sensor dat moet worden aangesloten.
49