Uitgang Fout
Ingang
Richting
5.3.21
Analog Output, PID Control Mode
ALLEEN BESCHIKBAAR WANNEER DE CONTROLLER OVER PULSUITGANGSHARDWARE BESCHIKT
EN HVAC-MODUS IS UITGESCHAKELD
De PID-algoritme regelt een analoge uitgang (4-20 mA) met behulp van een standaard Proportionele-Integreren-
de-Differentiërende-regellogica. De algoritme zorgt voor een feedbackregeling op basis van een foutwaarde die con-
tinu wordt berekend als het verschil tussen een gemeten procesvariabele en een gewenst instelpunt. Regelinstellingen
bepalen de reactie voor de proportionele (de grootte van de fout), integrerende (de tijd dat de fout aanwezig is) en
differentiërende (de mate van verandering voor de fout) parameters. Met de juiste afregeling kan de PID-regelalgo-
ritme de proceswaarde dicht bij het instelpunt houden waarbij overshoot en undershoot worden geminimaliseerd
Genormaliseerde fout
De foutwaarde ten opzichte van het instelpunt die door de controller is berekend, wordt genormaliseerd en weerge-
geven als een percentage van de volledige schaal. Hierdoor zijn de regelparameters die door de gebruiker zijn
ingevoerd niet afhankelijk van de schaal van de procesvariabele en de PID-reactie met soortgelijke instellingen zal
consistenter zijn, ook als verschillende typen sensoringangen worden gebruikt.
De schaal die gebruikt wordt om de fout te normaliseren, is afhankelijk van het geselecteerde sensortype. Standaard
wordt het volledige nominale bereik van de sensor gebruikt. Dit bereik kan door de gebruiker worden bewerkt wan-
neer een krappere regeling gewenst is.
PID-vergelijkingsformaten
De controller ondersteunt twee verschillende PID-vergelijkingsvormen zoals opgegeven in de instelling Versterk-
ingsvorm. Voor de twee vormen zijn verschillende eenheden nodig voor het invoeren van de PID-regelparameters.
Normaal
De standaardvorm is gebruikelijker in de branche omdat zijn op tijd gebaseerde instellingen voor de integrerende en
differentiërende coëfficiënten zinvoller zijn. Deze vorm wordt standaard geselecteerd.
Parameter
K
p
T
i
T
d
Output (%) = K
Parameter
Beschrijving
e(t)
Huidige fout
dt
Tijdsverschil tussen metingen
de(t)
Verschil tussen huidige fout en vorige fout
Parallel
Met de parallelle vorm kan de gebruiker alle parameters als versterkingen invoeren. In alle gevallen zorgen grotere
versterkingswaarden voor een snellere uitgangsrespons. Deze vorm wordt gebruikt in de WebMaster-controller en
wordt intern gebruikt door de regelmodule.
Voer de uitgangs-mA-waarde in, die gewenst is als de sensor de controller geen geldig
signaal geeft. Het aanvaardbare bereik is 0 tot 21 mA.
Selecteer de sensoringang die moet worden gebruikt voor de proportionele regeling.
Selecteer de regelrichting.
Beschrijving
Gain
Integratie Tijd
Differentiatie Tijd
1
e(t) +
T
p
i
Eenheden
zonder eenheid
seconden of seconden/herhaling
seconds
f
e(t)dt + T
d
79
de(t)
dt
Eenheden
% van de volledige schaal
seconden
% van de volledige schaal