Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

B600 SERIE
Waterbehandelingscontroller
Bedieningshandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Onguard B600 Series

  • Pagina 1 B600 SERIE Waterbehandelingscontroller Bedieningshandleiding...
  • Pagina 2: Kennisgeving

    Kennisgeving © 2017 WALCHEM, Iwaki America Incorporated (hierna “Walchem”) 5 Boynton Road, Holliston, MA 01746 USA (508) 429-1110 Alle rechten voorbehouden Gedrukt in de VS Eigendomsrecht De informatie en beschrijvingen in dit document zijn eigendom van WALCHEM. Deze informatie en beschrijvingen mogen op geen enkele wijze worden gekopieerd of gereproduceerd, noch verspreid of verdeeld zonder de uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van WALCHEM, 5 Boynton Road, Holliston, MA 01746.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    INHOUD 1.0 INLEIDING ..........................1 2.0 SPECIFICATIES .........................2 2.1 Meetmogelijkheden ..........................2 2.2 Elektrisch: input/output ..........................3 2.3 Mechanisch .............................. 5 2.4 Variabelen en hun limieten ........................6 3.0 UITPAKKEN & INSTALLATIE ....................8 3.1 Het toestel uitpakken ..........................8 3.2 Montage van de kast met de elektronische onderdelen ................8 3.3 Sensorinstallatie ............................
  • Pagina 4 5.3.12 Relais, bedieningsmodus “Pulsproportioneel” ................59 5.3.13 Relay, PID Control Mode ......................60 5.3.14 Relais. bedieningsmodus “Dubbel Setpunt” ................. 62 5.3.15 Relais, bedieningsmodus “Timer” ....................63 5.3.16 Relais, Sondespoelingmodus ....................... 64 5.3.17 Relais, bedieningsmodus Piek ..................... 65 5.3.18 Relais, regelmodus cascade-uitgang ................... 67 5.3.19 Analoge uitgang, bedieningsmodus “Doorsturen”...
  • Pagina 5: Inleiding

    1.0 INLEIDING De controllers uit de OnGuard™ B600-serie bieden een hoog niveau van flexibiliteit bij de regeling van toepassingen voor waterbehandeling. Er zijn een of twee sensoringangen beschikbaar die geschikt zijn voor uiteenlopende sensoren: Meting van de geleidbaarheid via contact...
  • Pagina 6: Specificaties

    2.0 SPECIFICATIES Meetmogelijkheden Meting van de geleidbaarheid via contact met celconstante 0.01 Bereik 0-300 µS/cm Resolutie 0,01 µS/cm, 0,0001 mS/cm, 0,001 mS/m, 0,0001 S/m, 0,01 ppm Precisie ± 1% van de afgelezen waarde Meting van de geleidbaarheid via contact met celconstante 0.1 Bereik 0-3.000 µS/cm Resolutie...
  • Pagina 7: Elektrisch: Input/Output

    Temperatuur °C Vermenigvuldigingsfactor Temperatuur °C Vermenigvuldigingsfactor 181,3 43,5 139,9 39,2 124,2 35,7 111,1 32,8 100,0 30,4 90,6 28,5 82,5 26,9 75,5 25,5 64,3 24,4 55,6 23,6 48,9 22,9 NB: De hierboven vermelde waarden voor geleidbaarheid gelden bij 25°C. Bij hogere temperaturen wordt het bereik verminderd volgens de vermenigvuldigingsfactor in de tabel.
  • Pagina 8 Digitale ingangen – type lagesnelheidsteller Elektrisch: Optisch geïsoleerd en met een elektrisch geïsoleerde 9V-voeding met een nominale stroom van 2,3 mA wanneer de digitale inputschakelaar wordt gesloten — 0–10 Hz, 50 msec minimumbreedte Ondersteunde toestellen: Elk apparaat met een geïsoleerde open drain, open collector, transistor of reed-schakelaar Types: Contactdebietmeter Digitale ingangen –...
  • Pagina 9: Mechanisch

    Mechanisch Materiaal van de behuizing polycarbonaat Beschermingsgraad van de behuizing NEMA 4X (IP65) Afmetingen 9,5” x 8” x 4” (241 mm x 203 mm x 102 mm) Display Monochroom-display met achtergrondverlichting en aanraakscherm, 320 x 240 pixels Omgevingstemperatuur bij bedrijf –20°C tot 55°C (–4°F tot 131°F) Opslagtemperatuur –20°C tot 80°C (–4 –...
  • Pagina 10: Variabelen En Hun Limieten

    Druk vs. Temperatuur 24.1 20.7 17.2 pH/ORP 13.8 10.3 Cond HP Cond/Steel HP pH/ORP/Steel °F °C Variabelen en hun limieten Sensoringangsinstellingen Lage grenswaarde Hoge grenswaarde Alarmgrenswaarden Ondergrens van sensorbereik Bovengrens van sensorbereik Ingangsalarm - dode band Ondergrens van sensorbereik Bovengrens van sensorbereik Celconstante (alleen geleidbaarheidsmeting) 0,01 Effeningsfactor...
  • Pagina 11: Effeningsfactor Instellingen Relaisuitgang

    Volume/contact voor eenheden van m 0.001 1.000 K-Factor voor eenheden van m 100.000 Effeningsfactor Stel Debiet Totaal In 1.000.000,000 Instellingen Doseercontrole Lage grenswaarde Hoge grenswaarde Totalisator Alrm 0 vol. units 1,000,000 vol. units Stel Debiet Totaal In 0 vol. units 1,000,000,000 vol.
  • Pagina 12 Gain (Puls PID Standaardmodus) 0.001 1000.000 Integratie Tijd (Puls PID Standaardmodus) 0.001 seconden 1000.000 seconden Differentiatie Tijd (Puls PID Standaardmodus) 0 seconden 1000.000 seconden Proportionele Gain (Puls PID Parallelmodus) 0.001 1000.000 Integratie Gain (Puls PID Parallelmodus) 0.001 /seconde 1000.000 /seconde Differentiatie Gain (Puls PID Parallelmodus) 0 seconden 1000.000 seconden...
  • Pagina 13: Uitpakken & Installatie

    3.0 UITPAKKEN & INSTALLATIE Het toestel uitpakken Inspecteer de inhoud van de doos. Maak de vervoerder onmiddellijk attent op tekenen van schade aan de controller of aan de onderdelen ervan. Neem contact op met uw verdeler (dealer) als er onderdelen ontbreken. De doos moet een SO600 Controller en een bedieningshandleiding bevatten.
  • Pagina 14 De geleidbaarheidssensor zonder elektroden moet zo dicht mogelijk bij de controller geplaatst worden, op een maximumafstand van ca. 120 ft (37 m). minder dan 6 m (20 ft) is aanbevolen. De kabel moet tegen elektrische stoor- signalen worden beschermd. Leg de kabels voor de sensorsignalen (laagspanning) altijd minstens 15 cm van wissel- stroomkabels.
  • Pagina 15 Leidraad voor het bepalen van de afmetingen van aflaatkranen en platen met gekalibreerde openingen 1. Bepaal de hoeveelheid geproduceerde stoom per uur: Raadpleeg het typeplaatje van de ketel (waterbuisketels) of bereken het pk-vermogen (vlambuisketels): pk x 34,5 = lbs/hr. Voorbeeld: 100 pk = 3450 lbs/uur. 2.
  • Pagina 16 Debiet in lbs/u voor diverse orificen 18000 16000 14000 12000 1/8 Dia in inch 10000 3/16 Dia in inch 1/4 Dia in inch 5/16 Dia in inch 8000 6000 4000 2000 Druk PSI Debietregelaar Maximaal debiet in lbs/u 25000 20000 15000 1/2"...
  • Pagina 17: Betekenis Van De Pictogrammen

    Betekenis van de pictogrammen Symbool Publicatie Beschrijving IEC 417, nr. 5019 Aardingsklem IEC 417, nr. 5007 Aan (voeding) IEC 417, nr. 5008 Uit (voeding) ISO 3864, nr. B.3.6 Opgelet, gevaar voor elektrische schokken ISO 3864, nr. B.3.1 Opgelet Elektrische installatie De verschillende standaardmogelijkheden voor de bedrading worden in figuur 1 weergegeven.
  • Pagina 18: Digitale Ingangen

    4-20 mA Uitgangen Wisselstroomvoeding Sensor 1 Ethernet Voedingsschakelaar Digitale ingangen Sensor 2 Relais Relais Figuur 1 Bekabeling leidingwerk...
  • Pagina 19 KOELTOREN ELEKTROMAGNETISCHE KLEP DOSEERPOMPEN WARMTEWISSELAAR CIRCULATIEPOMP 19.5" ¾“ NPTF ¾“ NPTF 11.75" 1/4" POLYPRO PANEL 19.5" x 11.75" Figuur 2 Typische installatie – koeltoren...
  • Pagina 20 Wisselspanningsbron Ingaand Uitgaand debiet debiet Dompelelektrode BASE ZUUR Figuur 3 Typische installatie – dompeltoepassing koeltoren...
  • Pagina 21: Periodieke Bemonstering

    Diameter aftapleiding min. Periodieke Bemonstering 3/4" tot elektrode Maximaal 10 ft met minimaal aantal kleppen, bochten en verbindingen GELEIDBAARHEID ELEKTRODE Gemotoriseerde Afsluiter met kogelkraan of volledige elektromagnetische Debietregelkraan doorlaa T-stuk 3/4" klep of gekalibreerde 2 ft. 1 Naar 3 ft. Minimale Maximaal Manuele aftapkraan...
  • Pagina 22 Bemonstering-Retour 1 Maximum Atmosfeer Rotameter 30-100 LPH Sensor Doorstroomcel Isolatieklep Debietschakelaar Door stroomregeling (Normaal Open) Bemonsteringsklep Recirculatiepomp PROCESWATER Figuur 5 Typische installatie – desinfectiesensor...
  • Pagina 23 Figuur 6 Identificatie van onderdelen...
  • Pagina 24 POWER SWITCH FUSE Sensor 1 Sensor 2 Sensor Label pH/ORP ECOND CCOND TEMP– WIT TEMP– TEMP– TEMP– TEMP+ GROEN TEMP+ TEMP+ TEMP+ Geleidbaarheids- IN– R-SHLD elektrode ZWART RCV– RCV+ AFSCHERMING X-SHLD SHIELD SHIELD GRN WHT RED BLK –5V Hoge druk ROOD XMT+ XMT–...
  • Pagina 25 POWER SWITCH FUSE pH/ORP ECOND CCOND TEMP – ZWART TEMP– TEMP– TEMP– TEMP+ TEMP+ TEMP+ TEMP + GROEN R-SHLD ( AFSCHERMING IN– R-SHLD RCV – ZWART RCV– RCV + ROOD RCV+ X-SHLD ( AFSCHERMING X-SHLD SHIELD SHIELD –5V XMT + WIT XMT+ XMT –...
  • Pagina 26 POWER SWITCH FUSE Sensor 1 Sensor 2 SENSOR LABEL pH/ORP Temperatuur Compensatie ECOND CCOND (optie) TEMP– ZWART/GROEN TEMP– TEMP– TEMP– TEMP+ TEMP+ TEMP+ TEMP+ GROEN/WIT IN– IN– WIT/ORANJE R-SHLD ORANJE/WIT RCV– RCV+ pH/Redox-sensor AFSCHERMING X-SHLD SHIELD SHIELD BLAUW/WIT -5V WIT/BLAUW –5V XMT+ XMT–...
  • Pagina 27 POWER SWITCH FUSE Sensor 1 Sensor 2 SENSOR LABEL pH/ORP ECOND CCOND TEMP– TEMP– TEMP– TEMP+ TEMP+ TEMP+ IN– IN– R-SHLD GROEN RCV– RCV+ AFSCHERMING X-SHLD SHIELD SHIELD Sensor desinfectie ROOD –5V -5V ZWART XMT+ XMT– TB1 (voor sensor 1) of TB2 (voor optionele sensor 2) CCOND pH/ORP 2 Wire...
  • Pagina 28 POWER SWITCH FUSE Sensor 1 Sensor 2 SENSOR LABEL TB1 (voor sensor 1) of TB2 (voor optionele sensor 2) CCOND pH/ORP 2 Wire 2 Wire 3 Wire 4 Wire Loop Pwrd TEMP– TEMP– ZWART 24V(-) COM(–) LITTLE DIPPER 4 DRADEN ROOD +24V +24V...
  • Pagina 29 POWER SWITCH FUSE Type of Transmitter 2 Wire 2 Wire 3 Wire 4 Wire Pin# Loop Powered +24V +24V +24V 24V(–) XMTR– XMTR– Little XMTR+ XMTR+ XMTR+ XMTR– Dipper COM(-) SHIELD SHIELD SHIELD SHIELD +24V +24V +24V MET VOEDING 24V(–) 4-20 mA bron –...
  • Pagina 30 POWER SWITCH FUSE DIG IN 3+ DIG IN 3– +9 VDC SIGNAAL DIG IN 4+ IN – DIG IN 4– VOEDING +9V +9 VDC SENSOR 1 SENSOR 2 LABEL LABEL Debietschakelaar Sluiting contact: SHIELD Polariteit heeft geen Hall-effect belang Debietmeter DIG IN 1+ 13 DIG IN 5+ 13 DIG IN 2+...
  • Pagina 31 POWER SWITCH FUSE NAAR GRN 120V GRN/GEEL 240V Bij gebruik van een gemotoriseerde kogelkraan ZWART 120V WIT 120V BRN 240V BLAUW 240V Elektromagnetische aftapklep/ Gemotoriseerde WIT 120V ZWART 120V kogelkraan BLAUW 240V BRN 240V WIT 120V BLAUW 240V ZWART 120V BRN 240V GRN 120V NAAR...
  • Pagina 32 POWER SWITCH FUSE Bij gebruik van een gemotoriseerde kogelkraan GRN 120V GRN/GEEL 240V WIT 120V BLAUW 240V ZWART 120V BRN 240V WIT 120V BLAUW 240V ZWART 120V BRN 240V GRN 120V GRN/GEEL 240V GRN 120V Gezekerde GRN/GEEL 240V Externe ZWART 120V WIT 120V BRN 240V Voeding...
  • Pagina 33 POWER SWITCH FUSE – – EXTERNE AC- VOEDING – EXTERNE AC- – VOEDING GRN 120V GRN/GEEN 240V GEZEKERDE ZWART 120V WIT 120V EXTERNE BRN 240V BLAUW 240V VOEDING ZWART 120V BRN 240V GRN 120V GRN/GEEN 240V GEZEKERDE WIT 120V EXTERNE BLAUW 240V ZWART 120V VOEDING...
  • Pagina 34 POWER SWITCH FUSE – – – – EXTERNE AC- VOEDING – EXTERNE AC- VOEDING – EXTERNE AC- – VOEDING – EXTERNE AC- VOEDING GRN 120V GRN/GEEL 240V GEZEKERDE WIT 120V WIT 120V EXTERNE BLAUW 240V BLAUW 240V VOEDING ZWART 120V ALARM BRN 240V ZWART 120V...
  • Pagina 35 POWER SWITCH FUSE DIG IN 3+ DIG IN 3– +9 VDC DIG IN 4+ DIG IN 4– +9 VDC SENSOR 1 SENSOR 2 LABEL LABEL SHIELD DIG IN 1+ 13 DIG IN 5+ 13 DIG IN 2+ DIG IN 1– 14 DIG IN 5–...
  • Pagina 36: Functieoverzicht

    4.0 FUNCTIEOVERZICHT Frontpaneel Figuur 18 Frontpaneel Aanraakscherm Als de controller aan staat, wordt op het display het hoofdscherm (“Home”) getoond. Dit scherm toont een door de gebruiker gedefinieerde lijst met ingangsmeetwaarden of statussen van eventuele uitgangen. Het aanraken van een van deze items op het hoofdscherm opent het scherm Details van het item, waar u de kalibratie- en instellingsmenu’s kunt openen.
  • Pagina 37 Menu Uitgangen Menu Configuratie Menu HUA Menu Grafiek Startpagina In de menuschermen kunnen andere pictogrammen voorkomen. Het Kalibratie-pictogram wordt weergegeven in de sensoringangsmenu’s en opent het kalibratie- menu Het Annuleren-pictogram breekt een kalibratie of instellingswijziging af Het PageDown-pictogram schuift omlaag naar een nieuwe pagina in een lijst met opties. Het PageUp-pictogram schuift omhoog naar een nieuwe pagina in een lijst met opties.
  • Pagina 38: Relais-Stand Hand/Off/Auto

    Overzicht van het gebruik van pictogrammen Numerieke waarden veranderen Om een getal te veranderen, gebruikt u het Teken verwijderen-pictogram voor het cijfer dat moet worden gewijzigd. Wanneer het nieuwe getal negatief is, start u met het aanraken van het min-teken, vervolgens gebruikt u het numer- ieke toetsenbord en de decimale punt om het getal in te voeren (sommige gegevens moeten gehele getallen zijn, waarbij de decimaal wordt genegeerd en de instelling wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal).
  • Pagina 39 Raak het omhoog- of omlaagschuif-pictogram aan tot Datum wordt weergegeven en raak het aan. Raak het Cursor verplaatsen-pictogram aan om de dag te markeren en gebruik het numerieke toetsenbord om de datum te wijzigen. Raak het Bevestigen-pictogram aan om de wijziging te accepteren. Time) Raak het omhoog- of omlaagschuif-pictogram aan tot Tijd wordt weergegeven en raak het aan.
  • Pagina 40 OVERZICHT BEGINSCHERM/HOOFDMENU Ingangen Sensor (S11) 3038 µS/cm Temp (S12) 77.1°F BEGINSCHERM Generiek AI (S21) 30.5% Generiek AI (S22) 37.9% Vlotter (D1) GnStroming SENSOR (S1) Config CCond (S11) 3041 µS/cm Algemene Instellingen Lijst van mogelijke ingangen: Temp (S12) 77.0°F Geleidbh Contact Veiligheidsinstellingen Geleidbh Inductief Netwerk Instellingen...
  • Pagina 41 Ingangen Hoofdmenu 09:19:01 14-Mar-2017 Sensor (S11) 3038 µS/cm Config Ingangen Temp (S12) 77.1°F Uitgangen Generiek AI (S21) 30.5% Alarmen Grafiek Generiek AI (S22) 37.9% Ingangen>Sensor (S11) > Kalibratie Scherm Details SENSOR (S1) Eén-Punts Proces Kal Inhoud varieert per Eén-Punts Buffer Kal type sensor Twee-Punts Buffer Kal Drie-Punts Buffer Kal...
  • Pagina 42 Uitgangen UITGANGEN (RELAIS R1-R6) Hoofdmenu 09:19:01 14-Mar-2017 On/Off (R1) Ingangen Config Inhibitor (R2) Alleen beschikbaar als HVAC-modus is ingeschakeld Uitgangen Dos Timer (R3) Aanvullende instellingen voor Bemonster Interval: Bemonster Interval Alarmen Grafiek Manueel (R4) Bemonstertijd Min Relais Cyclus HUA Instellingen Vasthoud tijd Hand Tijdslimiet Setpunt...
  • Pagina 43 UITGANGEN (ANALOOG A1-A2) Uitgangen Hoofdmenu 09:19:01 14-Mar-2017 Config Aan/Uit (R1) Ingangen Inhibitor (R2) Uitgangen Dos Timer (R3) Alarmen Grafiek Manueel (R4) Uitgangen>On/Off (R1) Scherm Details Inhoud varieert per type uitgangen Aanvullende instellingen voor Doorsturen: Doorsturen : U itgang Fout HUA Instellingen Reset Tijd Totaal 4 mA Waarde Ingang...
  • Pagina 44: Config Menu

    CONFIG MENU BEGINSCHERM (bijvoorbeeld) Config Vlotter (D1) GnStroming Hoofdmenu 09:19:01 14-Mar-2017 Algemene Instellingen CCond (S11) 3041 µS/cm SENSOR (S1) Ingangen Config Security Instellingen Temp (S12) 77.0°F Netwerk Instellingen Uitgangen Netwerk Details Vlotter (D1) GnStroming Alarmen Grafiek Aanvullende instellingen: Comm Instellingen (Modbus) Email Rapportage Scherm Instellingen Bestand Hulpprogamma...
  • Pagina 45 Ingangen (zie hoofdstuk 5.2) Programmeer de instellingen voor elke ingang De sensoringang S11 worden weergegeven. Raak het aan om naar het scherm Details te gaan. Raak het Instellingen-pictogram aan. Wanneer de naam van de sensor niet de beschrijving is van het aangesloten sensortype, raakt u het Omlaagschuif-pictogram aan tot het type wordt weergegeven.
  • Pagina 46: Uitschakelen

    De standaardinstelling voor de uitgang is de modus Uit, waarbij de uitgang niet reageert op de instellingen. Zodra alle instellingen voor die uitgang voltooid zijn, opent u het menu HUA Instellingen en wijzigt u de modus in Auto. Herhaal dit voor elke uitgang. Normaal opstarten Zodra de instelpunten in het geheugen staan, is opstarten een eenvoudige procedure.
  • Pagina 47: Kalibratie

    Kalibratie Raak het Kalibratie-pictogram aan om de sensor te kalibreren. Selecteer de kalibratie die u wilt uitvoeren: eenpuntspro- ceskalibratie, een- of tweepuntsbufferkalibratie. Niet alle kalibratie-opties zijn beschikbaar voor alle sensortypes. Eenpuntsproceskalibratie Nieuwe Waarde Voer de huidige waarde in van het proces, zoals gemeten met behulp van een andere meter of door middel van een laboratoriumanalyse en raak Bevestigen aan.
  • Pagina 48: Stabiliseren

    Eerste Buffer Waarde (verschijnt niet wanneer automatische bufferherkenning wordt gebruikt)Voer de waarde in van de gebruikte buffer Spoel Sensor Haal de sensor uit het proces, spoel hem af en plaats hem in de bufferoplossing. Raak Bevestigen aan wanneer u klaar bent. Stabiliseren Wanneer de temperatuur (indien van toepassing) en het signaal van de sensor stabiel zijn, gaat de controller automatisch door naar de volgende stap.
  • Pagina 49: Eenpunts Analoge Kalibratie

    Tweede Buffer Waarde (verschijnt niet wanneer automatische bufferherkenning wordt gebruikt)Voer de waarde in van de gebruikte buffer Elektrode spoelen Haal de sensor uit het proces, spoel hem af en plaats hem in de bufferoplossing. Raak Bevestigen aan wanneer u klaar bent. Stabiliseren Wanneer de temperatuur (indien van toepassing) en het signaal van de sensor stabiel zijn, gaat de controller automatisch door naar de volgende stap.
  • Pagina 50: Meting Van De Geleidbaarheid Via Contact

    Tweepunts analoge kalibratie OK om sturing uit te schakelen? Raak Bevestigen aan om door te gaan of Annuleren om af te breken. Ingangswaarde Voer de mA-waarde in die de zender zal versturen. Raak Bevestigen aan om door te gaan of Annuleren om af te breken.
  • Pagina 51: Inductieve Geleidbaarheid

    Standaard Temp (Standaardtemperatuur) Als op enig moment het temperatuursignaal niet meer wordt gedetecteerd, gebruikt de controller de ingestelde standaardtemperatuur voor de temperatuurcompensatie. Kabellengte De controller compenseert automatisch voor fouten in de gemeten waarden die het gevolg zijn van lengteverschillen in de gebruikte kabel. Ø...
  • Pagina 52: Temperatuur

    Bereik (Bereik) Selecteer het geleidbaarheidsbereik dat het best overeenkomt met de voor- waarden waarin de sensor zal worden gebruikt. Eenheden (Eenheden) Selecteer de meeteenheden voor de geleidbaarheid. Naam Hier kunt u de naam aanpassen waarmee de betreffende sensor wordt geïdentificeerd. Type Selecteer het type sensor dat moet worden aangesloten.
  • Pagina 53: Redox

    Buffers Selecteer of kalibratiebuffers handmatig worden ingevoerd of dat ze automatisch worden gedetecteerd, en indien ja, welke set met buffers zal worden gebruikt. De keuzes zijn Manueel, JIS/NIST-norm, DIN-technisch of Traceerbaar 4/7/10. Standaard Temp (Standaardtemperatuur) Als op enig moment het temperatuursignaal niet meer wordt gedetecteerd, gebruikt de controller de ingestelde standaardtemperatuur voor de temperatuurcompensatie.
  • Pagina 54: Desinfectie

    5.2.6 Desinfectie Instellingen Raak het Instellingen-pictogram aan om de instellingen voor de sensor te bekijken of te veranderen. Alarmen De alarmgrenswaarden laag-laag, laag, hoog en hoog-hoog kunnen worden ingesteld. Dode Band Dit is de dode band voor het alarm. Bijvoorbeeld, als het hoog alarm is ingesteld op 7,00 en de dode band op 0,1, dan wordt het alarm geactiveerd bij 7,01 en weer gedeactiveerd bij 6,90.
  • Pagina 55: Zender-Ingang En Ai-Monitor-Ingang

    Effeningsfactor Verhoog de effeningsfactor om de reactie op wijzigingen te dempen. Bij een effeningsfac- tor van bijv. 10% zal de volgende uitlezing bestaan uit een gemiddelde van 10% van de vorige waarde en 90% van de huidige waarde. Kabellengte De controller compenseert automatisch voor fouten in de gemeten waarden die het gevolg zijn van lengteverschillen in de gebruikte kabel.
  • Pagina 56: Di Toestand

    Reset Kalibratie Open dit menu om de sensorkalibratie terug te zetten naar de standaardwaarden. Waarden Kal Nodig Alarm Voor de weergave van een alarmbericht als herinnering om de sensor te kalibreren vol- gens een regelmatig schema. Voer hiervoor het aantal dagen tussen de kalibraties in. Stel deze op 0 in wanneer er geen herinneringen nodig zijn.
  • Pagina 57: Schoepnrad Watertelr

    Totalisator Alrm (Totaalteller-alarm) Er kan een bovengrens worden ingesteld voor het totale geaccumuleerde watervolume. Reset Totaal Debiet (Totaal resetten) In dit menu kunt u het geaccumuleerde totaalvolume terugzetten op 0. Raak Bevestigen aan om te accepteren, of Annuleren om de oorspronkelijke waarde te behouden en terug te keren.
  • Pagina 58: Debietverificatie-Alarm

    Totaal-alarm De SO600 bewaakt de totale dosering en activeert een totaal-alarm wanneer de waarde groter is dan het instelpunt van het Totaalteller-alarm. Wanneer het gebruikt wordt in combinatie met Geplande reset-selecties (dagelijks, maandelijks of jaarlijks) kan dit alarm worden gebruikt om gebruikers te waarschuwen voor situaties waarin te veel chemisch product is gebruikt en/ of de chemische dosering uit te schakelen wanneer de hoeveelheid het instelpunt tijdens de opgegeven tijdsperiode overschrijdt.
  • Pagina 59 Een willekeurige regeluitgang vergrendelen of activeren met een Doseercontrole-ingang Digitale ingangskanalen kunnen door elke uitgang worden geselecteerd als Vergrendeling Kanalen of Activeren Met Kanalen. Wanneer een doseercontrole op deze manier wordt geselecteerd, zal de digitale ingang die actie activeren wanneer een willekeurig alarm (Debietverificatie, Totaal-alarm of Alarm i.v.m. bereik) momenteel actief is. Ingangsdetails De details voor dit type uitgang omvatten het huidige debiet van de chemische dosering, het totale gedoseerde vol- ume sinds de laatste reset, alarmen, de status van de uitgang die gekoppeld is aan de ingang, de datum en tijd van de...
  • Pagina 60: Virtuele Ingang

    5.2.14 Virtuele ingang Een virtuele ingang is geen fysieke sensor; het is een waarde die berekend wordt op basis van twee fysieke sensorin- gangen. De analoge waarden die voor elk berekeningstype kunnen worden gebruikt, worden geselecteerd uit een lijst met alle gedefinieerde sensoringangen, analoge ingangen debietmeterwaarden, de andere virtuele ingang, percentage van het solid-state-relais en de percentage van de analoge uitgang.
  • Pagina 61: Menu Uitgangen

    Menu Uitgangen Raak het Uitgangen-pictogram aan in het Hoofdmenu om een lijst met alle relais en analoge uitgangen weer te geven. Met het PageDown-pictogram gaat u een pagina omlaag in de lijst met uitgangen. Met het PageUp-pictogram gaat u een pagina omhoog in de lijst met uitgangen, met het Hoofdmenu-pictogram gaat u terug naar het vorige scherm. Raak een uitgang aan om de details en instellingen van die uitgang te openen.
  • Pagina 62: Relais, Bedieningsmodus "Dosering & Spui

    Dode Band Voer de sensorproceswaarde afwijkend van het instelpunt in waarbij het relais moet deactiveren. Arbeidscyclus Voer het percentage van de cyclustijdsduur in dat het relais actief zal zijn. Stel het percentage in op 100 wanneer een Arbeidscyclus niet nodig is. Arbeidscyclus Periode Het gebruik van een Arbeidscyclus helpt het overschrijden van het instelpunt te voorkomen in toepassingen waar de reactie van de sensor op chemische aanvullingen...
  • Pagina 63: Relais, Bedieningsmodus "Dosering Na Spui

    5.3.5 Relais, bedieningsmodus “Dosering na Spui” ALLEEN BESCHIKBAAR WANNEER HVAC-MODI IN HET CONFIGURATIEMENU ZIJN INGESCHAKELD – ALGEMENE INSTELLINGEN Uitgangsgegevens De details voor dit type uitgang omvatten de aan/uit-toestand van het relais, HUA-modus of vergrendelingsstatus, geaccumuleerde inschakeltijd, resterende doseertijd, de geaccumuleerde spuitijd, alarmen die gerelateerd zijn aan deze uitgang en de huidige regelmodusinstelling.
  • Pagina 64: Instellingen

    de bijbehorende spuiregeling. Een toestand met doorstromingsstop (of andere vergrendeling) vertraagt niet het toevoegen van biocide. De duur- timer van biocide toevoegen zal ook doorlopen wanneer het relais vergrendeld is vanwege een doorstromingsstop of een andere vergrendelingstoestand. Daarmee worden vertraagde toevoegingen van biocide voorkomen, die mo- gelijk hogere biocideconcentraties in het systeem dan verwacht kunnen veroorzaken wanneer twee biocidetoevoegingen rond hetzelfde tijdstip plaatsvinden.
  • Pagina 65: Relais, Alarmuitgangsmodus

    Spui Blokkering Voer hier de tijdsduur in voor de blokkering van het spuien nadat het biocide is gedoseerd. Vergrendeling Selecteer Ingeschakeld wanneer de controller de start van de meest recente biocide-cyclus Vertraging moet uitstellen tot onmiddellijk na vrijgave van een vergrendeling, of Uitgeschakeld wan- neer alle toevoer van biocide moet worden overgeslagen als er een vergrendeling is op het moment dat de toevoeging zou moeten starten.
  • Pagina 66: Relais, Bedieningsmodus "Bemonster Interval

    5.3.10 Relais, bedieningsmodus “Bemonster Interval” ALLEEN BESCHIKBAAR WANNEER HVAC-MODI IN HET CONFIGURATIEMENU ZIJN INGESCHAKELD – ALGEMENE INSTELLINGEN In de bedieningsmodus Bemonster Interval met proportionele spuitijd leest de controller een analoge ingang volgens een bepaald tijdschema, en het relais reageert om de geleidbaarheid op het instelpunt te houden door te activeren gedurende een programmeerbare tijdsduur die varieert naargelang van de afwijking van het instelpunt.
  • Pagina 67: Relais, Bedieningsmodus "Pulsproportioneel

    Max Spuitijd (wordt alleen getoond wanneer Monster insluiten ingeschakeld is) Voer in hoelang de aflaatklep open zal blijven als de geleidbaarheid van het genomen monster hoger ligt dan het instelpunt plus de proportionele band. Wachttijd Voer in hoelang er gewacht moet worden voordat opnieuw een monster mag worden genomen, als de geleidbaarheid van het genomen monster lager is dan het instelpunt.
  • Pagina 68: Relay, Pid Control Mode

    5.3.13 Relay, PID Control Mode ALLEEN BESCHIKBAAR WANNEER DE CONTROLLER OVER PULSUITGANGSHARDWARE BESCHIKT EN HVAC-MODUS IS UITGESCHAKELD De PID-algoritme regelt een solid-state-relais met behulp van een standaard Proportionele-Integrerende-Differen- tiërende-regellogica. De algoritme zorgt voor een feedbackregeling op basis van een foutwaarde die continu wordt berekend als het verschil tussen een gemeten procesvariabele en een gewenst instelpunt.
  • Pagina 69: Override-Regeling

    de(t) Output (%) = K e(t) + K e(t)dt + K Beheer van de integrerende waarde Om de integrerende actie van de PID-berekening te bepalen, moet de controllersoftware het totaal bijhouden van het geaccumuleerde gebied onder de foutcurve (huidige integrerende actie). Het waardesymbool dat aan de geaccumu- leerde huidige integrale actie tijdens elke cyclus wordt toegevoegd kan positief of negatief zijn, afhankelijk van de huidige Richting-instelling evenals de relatieve waarden van de huidige procesuitlezing en het instelpunt.
  • Pagina 70 Gain Wanneer Standaard ingesteld is als de versterkingsvorm, wordt de waarde zonder eenheid vermenigvuldigd met het totaal van de proportionele, integrerende en differen- tiërende actie om het berekende uitgangspercentage te bepalen. Proportionele Gain Wanneer Parallel is ingesteld als de versterkingsvorm, wordt de waarde zonder eenheid vermenigvuldigd met de genormaliseerde fout (huidige proceswaarde t.o.v.
  • Pagina 71: Relais. Bedieningsmodus "Dubbel Setpunt

    5.3.14 Relais. bedieningsmodus “Dubbel Setpunt” Uitgangsgegevens De details voor dit type uitgang omvatten de aan/uit-toestand van het relais, HUA-modus of vergrendelingsstatus, geaccumuleerde inschakeltijd, alarmen die gerelateerd zijn aan deze uitgang, huidige cyclus volgens tijd, relaistype en de huidige regelmodusinstelling. Instellingen Raak het Instellingen-pictogram aan om de instellingen voor het relais te bekijken of te veranderen.
  • Pagina 72: Relais, Sondespoelingmodus

    Alarmen Een Event overgeslagen-alarm wordt geactiveerd wanneer een tweede timergebeurtenis plaatsvindt terwijl een andere gebeurtenis nog wordt uitgevoerd. Een Event overgeslagen-alarm wordt ook geactiveerd wanneer het timerrelais nooit wordt bekrachtigd tijdens een gebeurtenis vanwege een vergrendelingsvoorwaarde. Het alarm wordt gewist wanneer het relais vervolgens om welke reden dan ook wordt bekrachtigd (de volgende tim- ergebeurtenis of HAND-modus of geforceerde “Activeer met”-voorwaarde).
  • Pagina 73 van de relaisbekrachtiging loopt ook door wanneer het relais vanwege een vergrendelingsvoorwaarde is uitges- chakeld. Daarmee wordt vertraging van gebeurtenissen voorkomen die mogelijk problemen kunnen veroorzaken wanneer ze niet op het juiste tijdstip plaatsvinden. “Activeer met”-voorwaarden “Activeer Met Kanalen”-instellingen hebben een hogere prioriteit dan de relaisregeling, maar veranderen niet de werking van de timerregeling.
  • Pagina 74: Relais, Bedieningsmodus Piek

    5.3.17 Relais, bedieningsmodus Piek Werking basistimer Deze algoritme wordt gewoonlijk gebruikt voor de levering van een basishoeveelheid chloor voor desinfectie en het periodiek laten schrikken van het systeem met een grotere dosis. Tijdens normaal bedrijf reageert het relais op de sensor om een instelpunt binnen een programmeerbare dode band te handhaven, zoals beschreven in de bedienings- modus Aan/Uit hierboven.
  • Pagina 75: Relais, Regelmodus Cascade-Uitgang

    Arbeidscyclus Periode Het gebruik van een Arbeidscyclus helpt het overschrijden van het instelpunt te voorkomen in toepassingen waar de reactie van de sensor op chemische aanvullingen langzaam is. Geef de tijdsduur voor de cyclus op en het percentage van die cyclus dat het relais actief zal zijn.
  • Pagina 76 groep op basis van de aan-tijd van elke uitgang, bedoeld om het gebruik van elke pomp gelijkmatig te verdelen of om de primaire uitgang zo vaak mogelijk in te schakelen en periodiek de hulppompen te activeren, zodat men verzekerd is van de juiste werking wanneer ze nodig zijn. Uitgangsinschakelmodi Afhankelijk van de geselecteerde regelmodus voor de hoofduitgang kan/kunnen de cascade-uitgang(en) worden ge- configureerd voor activering van extra uitgangen op basis van een of meerdere van de volgende criteria:...
  • Pagina 77 Op basis van inschakelduur De volgorde waarin de uitgangen worden ingeschakeld, verandert elke keer dat de hoofduitgang wordt ingeschakeld. Er wordt geen rekening gehouden met de tijdsduur die elke afzonderlijke pomp ingeschakeld is geweest. Voorbeeld: wanneer de hoofduitgang, ingesteld voor aan/uit-regeling, onder het instelpunt daalt, wordt R1 inges- chakeld.
  • Pagina 78 Dezelfde vertragingswaarde wordt voor alle uitgangen gebruikt. Deze menuselectie is alleen beschikbaar wanneer de hoofduitgang gebruikmaakt van de regelmodi Aan/Uit, Dubbel instelpunt, Piek of Handmatig. Voorbeeld: wanneer de hoofduitgang ingesteld is op Handmatig, kan deze regeloptie worden gebruikt om de uit- gang geforceerd in te schakelen op basis van een digitaal ingangssignaal (bijv.
  • Pagina 79: Geavanceerde Functies

    ingesteld voor de regelmodus Handmatig waarbij voor D1 (hoog-niveauschakelaar) Inschakelen met kanalen gese- lecteerd is, R1 wordt ingeschakeld wanneer D1 sluit. Voor de eerste cascade-uitgang (R2) is Inschakelen met kanalen geselecteerd voor D2 (hoog-hoog-niveauschakelaar). Voor de laatste cascade-uitgang (R3) is geen Inschakelen met kanalen geselecteerd.
  • Pagina 80 Uitgangsgegevens De details voor dit type uitgang omvatten de aan/uit-toestand van het relais, de relaisstatus (HOA-modus, vergren- deling van sensorkalibratie, sondespoeling of andere toestand), de huidige cyclus en de totale aan-tijden, alarmen met betrekking tot deze uitgang, de uitgang die gedefinieerd is als de hoofduitgang van de groep, de uitgang die de laatste cascade-uitgang van de groep is, het aantal uitgangen dat momenteel binnen de groep ingeschakeld is, de verstreken tijd sinds de laatste wijziging in het aantal ingeschakelde uitgangen, de verstreken tijd sinds de laatste evaluatie van de slijtagecompensatie, het type uitgang en de huidige instelling van de regelmodus.
  • Pagina 81: Vergrendeling Kanalen Min Relais Cyclus

    Reset Tijd Totaal Open dit menu om de geaccumuleerde tijd te wissen die de uitgang ingeschakeld is geweest. Deze waarde wordt gebruikt voor de slijtagecompensatiefuncties Gelijke tijdsduur of Ongelijke tijdsduur. Uitgng Tijdslimiet Voer de maximale hoeveelheid tijd in die het relais continu ingeschakeld kan zijn. Zo- dra de tijdlimiet is bereikt, zal het relais uitschakelen tot het menu Time-out uitgang resetten geopend is.
  • Pagina 82: Analoge Uitgang, Bedieningsmodus "Doorsturen

    extra cascade-uitgang(en) worden ingeschakeld vanwege de instellingen Op basis van instelpunt of Op basis van tijd voor de inschakelmodus, werken de extra uitgangen onafhankelijk van de inschakelduurinstelling. De hoofduitgang blijft in- en uitschakelen, maar de extra uitgangen blijven ingeschakeld met een inschakelduur van 100% totdat voldaan is aan de dode band van het instelpunt.
  • Pagina 83: Analog Output, Pid Control Mode

    Uitgang Fout Voer de uitgangs-mA-waarde in, die gewenst is als de sensor de controller geen geldig signaal geeft. Het aanvaardbare bereik is 0 tot 21 mA. Ingang Selecteer de sensoringang die moet worden gebruikt voor de proportionele regeling. Richting Selecteer de regelrichting. 5.3.21 Analog Output, PID Control Mode ALLEEN BESCHIKBAAR WANNEER DE CONTROLLER OVER PULSUITGANGSHARDWARE BESCHIKT...
  • Pagina 84 Parameter Beschrijving Eenheden Proportionele Gain zonder eenheid Integratie Gain 1/seconden Differentiatie Gain seconden de(t) de(t) Output (%) = K e(t) + K e(t)dt + K Output (%) = K e(t) + K e(t)dt + K Beheer van de integrerende waarde Om de integrerende actie van de PID-berekening te bepalen, moet de controllersoftware het totaal bijhouden van het geaccumuleerde gebied onder de foutcurve (huidige integrerende actie).
  • Pagina 85 Setpunt Numerieke invoer van een proceswaarde die als doel voor PID-regeling wordt gebruikt. De standaardwaarde, -eenheden en - weergaveformaat (aantal decimalen) die gebrui- kt worden tijdens de gegevensinvoer zijn gedefinieerd op basis van de geselecteerde instelling van het ingangskanaal. Gain Wanneer Standaard ingesteld is als de versterkingsvorm, wordt de waarde zonder eenheid vermenigvuldigd met het totaal van de proportionele, integrerende en differentiërende actie om het berekende uitgangspercentage te bepalen.
  • Pagina 86: Menu Configuratie

    5.3.22 Analog Output, Manual Mode Uitgangsgegevens De details voor dit type uitgang omvatten het percentage van de analoge uitgang, HUA-modus of vergrendelstatus, geaccumuleerde aan-tijd, alarmen die betrekking hebben op deze uitgang, huidige cyclus op tijd, relaistype en de huidige instelling van de regelmodus. Instellingen Een handmatige analoge uitgang wordt geactiveerd wanneer Hand geselecteerd is voor de HUA-modus, of wan- neer het Activeer met een ander kanaal is.
  • Pagina 87: Netwerk Instellingen

    5.4.3 Netwerk Instellingen DHCP Instellingen Selecteer Ingeschakeld om een IP-adres van het LAN te verkrijgen of Uitgeschakeld wanneer een vast IP-adres wordt gebruikt. Regelaar IP Adres Voer het standaard IP-adres in dat moet worden gebruikt wanneer er geen netwerk beschikbaar is, of wanneer DHCP uitgeschakeld is.
  • Pagina 88: Instellingen E-Mailrapportage

    Comm Status Selecteer Modbus om de functie in of uit te schakelen. Data Formaat Selecteren om de Modbus-gegevens in standaardindeling (Float) of Float Inverse-in- deling te ontvangen. Data Poort De standaardpoort voor Modbus-gegevens is poort 502. Voer de gebruikte poort in als deze afwijkt.
  • Pagina 89: Display-Instellingen

    Alarmvertraging Verschijnt alleen wanneer het rapporttype Alarm is. Voer de tijdsduur in die moet worden afgewacht na inschakeling van het alarm voordat de alarmvoorwaarden als geldig worden beschouwd en de e-mail wordt verzonden. E-mailadressen Voer maximaal 8 e-mailadressen in waarnaar rapporten moeten worden verzonden. E-mailserver Selecteer het type e-mailserver dat moet worden gebruikt: SMTP, ASMTP of VTouch.
  • Pagina 90: Regelaar Details

    Exporteer Met deze functie slaat u het systeemlogbestand op een USB-memory-stick op. In dit Systeembestand bestand worden wijzigingen van de hardware, software-upgrades, automatische kalibraties, stroomonderbrekingen, problemen op systeemniveau, enz. geregistreerd. Exporteer Config Bestand Het gebruikersconfiguratiebestand bevat alle instellingen voor de controller. Open dit menu om de controllerinstellingen op een USB-stick op te slaan om op een later tijdstip de instellingen van de controller te herstellen of om andere controllers met dezelfde instellingen als deze te programmeren.
  • Pagina 91: Menu Hua

    +3,3 Volt Voeding Het normale bereik is 3,135 tot 3,465 VDC. De 3V-voeding wordt gebruikt als systeem- voeding. LCD Bias Voltage Het normale bereik is -25 tot -20 VDC. Dit is de spanning van het aanraakscherm na con- trastaanpassing. LCD Voeding Het normale bereik is -25 tot -20 VDC.
  • Pagina 92 Tijdsbereik Tijd tussen gegevenspunten Gebruikt datalogbestand 10 Minuten 10 seconden Dagelijks 30 Minuten 30 seconden Dagelijks 1 Uur 1 minuut Dagelijks 2½ Uur 2 Minuten Wekelijks 8 Uren 6 Minuten Wekelijks ½ dag 10 Minuten Wekelijks 1 Dag 20 Minuten Wekelijks ½...
  • Pagina 93: Bediening Via Ethernet

    6.0 BEDIENING via ethernet Exact dezelfde instellingen die beschikbaar zijn met behulp van het aanraakscherm zijn ook beschikbaar met behulp van een browser die is verbonden met het ethernet-IP-adres van de controller. De controller kan aangesloten zijn op een Local Area Network (LAN), rechtstreeks op de ethernetpoort van een computer, of op de systeemserver van het VTouch-accountmanagement.
  • Pagina 94: Onderhoud

    7.0 ONDERHOUD De controller zelf vereist erg weinig onderhoud. Veeg schoon met een vochtige doek. De controller niet afsproeien als de klep van de behuizing niet gesloten en vergrendeld is. Elektrodereiniging OPMERKING: Na het schoonmaken van de elektrode moet de controller opnieuw worden gekalibreerd. Frequentie De elektrode moet regelmatig schoongemaakt worden.
  • Pagina 95: Probleemwijzer

    8.0 PROBLEEMWIJZER OPGELET: Verbreek de verbinding met de elektrische voeding voordat u het frontpaneel opent! Storingen opsporen en het repareren van een defecte controller zijn taken die alleen door daartoe bevoegd personeel mogen worden uitgevoerd. Hierbij moet met de nodige voorzichtigheid te werk worden gegaan om de veiligheid te verzekeren en onnodige bijkomende schade te beperken.
  • Pagina 96: Redox-Sensoren

    8.1.4 Redox-sensoren De kalibratie mislukt als de aanpassing van de versterking (“gain”) buiten het bereik 0,5 – 1,5 ligt, of als de berekende offset buiten het bereik –300 tot 300 ligt. Mogelijke oorzaak Correctieve maatregelen Vuile elektrode Reinig de elektrode Fout in de bedrading tussen de sensor en de controller Corrigeer de bedrading Defecte elektrode...
  • Pagina 97: Alarmmeldingen

    Alarmmeldingen ALARMMELDING HOOG of HOOG-HOOG Dit alarm wordt gemeld als de sensormeetwaarde stijgt tot boven de ingestelde bovengrenswaarden. Als uw controller is geprogrammeerd voor een alarmrelaisuitgang, dan wordt het alarmrelais bekrachtigd. De controller gaat door met het meten van de sensorwaarde, en de uitgangen die gebruik maken van de sensor blijven actief.
  • Pagina 98 DEBIETVERIFICATIE Treedt op wanneer de digitale ingang van de doseercontrole geen contacten registreert terwijl de regeluitgang voor die pomp langer actief is geweest dan de tijdsduur voor Debiet Alarm Vertraging. Mogelijke oorzaak Correctieve maatregelen Doseerpomp verliest vulling Vul de doseerpomp opnieuw Defecte doseerpomp Repareer of vervang de doseerpomp Verkeerde bedrading doseercontroleapparaat...
  • Pagina 99 Mogelijke oorzaak Correctieve maatregelen Defecte controller Vervang of repareer de controller Wanneer virtuele ingangen worden gebruikt, sensorstoring in een Zie oplossen van sensorstoringen hierboven van de ingangen BATTERIJSPANNING TE LAAG Deze alarmmelding geeft aan dat de spanning van de batterij die de datum- en tijdgegevens in het geheugen houdt lager is dan 2,4 VDC. Mogelijke oorzaak Correctieve maatregelen Defecte batterij...
  • Pagina 100 Defecte bedrading verificatieapparaat Correcte bedrading Verkeerde digitale ingang toegewezen aan de uitgang Corrigeer programmeerfout Defect verificatieapparaat Repareer of vervang het apparaat Defecte bedrading of uitgang naar pomp Correcte bedrading Defecte uitgangskaart Repareer of vervang de kaart Defecte digitale ingang Vervang de kaart CONTROLLER, POWER, DISPLAY, OR SENSOR BOARD ERROR Dit alarm wordt geactiveerd wanneer de vermelde kaart niet wordt herkend Mogelijke oorzaak...
  • Pagina 101: Procedure Voor Evaluatie Van De Geleidbaarheidselektrode

    RELAY OR ANALOG OUTPUT CONTROL FAILURE Dit alarm wordt geactiveerd wanneer de software voor die ingang of uitgang niet correct is uitgevoerd Possible Cause Correction Action De software werkt niet Wanneer een foutmelding vanzelf verdwijnt, is ingrijpen niet nodig Wanneer de foutmelding niet verdwijnt, spanning uit- en inschakelen. Wanneer de foutmelding niet verdwijnt, de controller terugsturen voor reparatie.
  • Pagina 102 Defecte lintkabel Vervang de lintkabel Defecte voeding Vervang de vermogensrelaiskaart CONTROLLERKAART D9-LED Geeft de status van de 3,3VDC-voeding aan. Normale werking is AAN. Indien niet aan: Mogelijke oorzaak Correctieve maatregelen Defecte lintkabel Vervang de lintkabel Defecte voeding Vervang de vermogensrelaiskaart SENSORKAART LED Geeft de status van de sensorkaart aan.
  • Pagina 103: Identificatie Van Reserveonderdelen

    9.0 Identificatie van reserveonderdelen 191733 Ethernetkaart 191732 Analog uitgang kaart 191730 Sensorkaart of 191731 Analoge ingangkaart of 191929 Combinatie sensor/analoge ingangskaart 191739 Lintkabel 191729 191738 Veiligheidsdeksel Frontpaneel- samenbouw 191578 Kabel Van De Voedingsschakelaar 102834 Zekering (W600 & 610 alleen) 103864 (6x) 191734 W600 Vermogensrelaiskaart of 191735 W610 Vermogensrelaiskaart of 191736 W620 Vermogensrelaiskaart of 191737 W640 Vermogensrelaiskaart...
  • Pagina 104: Soct600 Sensoroptie Bd En Fd

    SOCT600 sensoroptie BD en FD BD: Grafiet contact geleidbaarheid + debiet schakelaar op paneel + Little Dipper FD: RVS316 contact geleidbaarheid + debiet schakelaar op paneel + Little Dipper...
  • Pagina 105 SOCT600 sensoroptie BH, BI, BJ, FH, FI, FJ BH: Grafiet contact geleidbaarheid + debiet schakelaar op paneel+ Platte patroon pH geen ATC + Little Dipper BI: + Buispatroon Redox geen ATC + Little Dipper BJ: + Platte patroon Redox geen ATC + Little Dipper FH: RVS316 contact geleidbaarheid + debiet schakelaar op paneel+ Platte patroon pH geen ATC + Little Dipper FI: + Buispatroon Redox geen ATC + Little Dipper FJ: + Platte patroon Redox geen ATC + Little Dipper...
  • Pagina 106: Soct600 Sensoroptie Bk

    SOCT600 sensoroptie BK Grafiet contact geleidbaarheid + debiet schakelaar op paneel+ Little Dipper + debiet schakelaar op paneel with Makeup graphite conductivity with threaded adapter...
  • Pagina 107: Soct600 Sensoroptie Hh, Hi, Hj

    SOCT600 sensoroptie HH, HI, HJ HH: Inductieve geleidbaarheid + debiet schakelaar op paneel+ Platte patroon pH geen ATC + Little Dipper HI: + Buispatroon Redox geen ATC + Little Dipper HJ: + Platte patroon Redox geen ATC + Little Dipper...
  • Pagina 108: Soct600 Sensoroptie Hk

    SOCT600 sensoroptie HK Inductieve geleidbaarheid + debiet schakelaar op paneel+ Little Dipper + debiet schakelaar op paneel with Makeup graphite conductivity with thread- ed adapter...
  • Pagina 109: Sobl600 Sensoroptie A, B, C, D

    SENSOR OPTIE C 191631-20, 6 M Kabel 191669 Wartel 103904-10 Sensor, K=0.1 met 3 M Kabel SENSOR OPTIE A, B, D 191631-20, 6 M Kabel A = 190762 B = 190762-NT D = 191089 A = 191694 Sensor, K=1.0 met ATC* met Instructies of 190768 Sensor, K=1.0, zonder ATC B = 103262 Sensor, K=1.0, zonder ATC...
  • Pagina 110: Soct600 Sensoroptie Bn Of Fn

    SOCT600 sensoroptie BN of FN BN: Grafiet contact geleidbaarheid + debiet schakelaar op paneel FN: RVS316 contact geleidbaarheid + debiet schakelaar op paneel...
  • Pagina 111 SOCT600 sensoroptie BA, BB, BC, FA, FB, FC BA: Grafiet contact geleidbaarheid + debiet schakelaar op paneel+ Platte patroon pH geen ATC BB: + Buispatroon Redox geen ATC BC: + Platte patrron Redox geen ATC...
  • Pagina 112: Soct600 Sensoroptie De, Df

    SOCT600 sensoroptie DE, DF DE: Hoge druk contact geleidbaarheid + debiet schakelaar op paneel+ pH &190783 DF: Hoge druk contact geleidbaarheid + debiet schakelaar op paneel+ ORP & 190783...
  • Pagina 113: Soct600 Sensoroptie Dn

    SOCT600 sensoroptie DN Hoge druk contact geleidbaarheid + debiet schakelaar op paneel...
  • Pagina 114 SOCT600 sensoroptie HA, HB en HC HA: Inductieve geleidbaarheid + debiet schakelaar op paneel+ Platte patroon pH geen ATC HB: + Buispatroon Redox geen ATC HC: + Platte patroon Redox geen ATC...
  • Pagina 115: Soct600 Sensoroptie Hd

    SOCT600 sensoroptie HD Inductieve geleidbaarheid + debiet schakelaar op paneel+ Little Dipper...
  • Pagina 116: Soct600 Sensoroptie Hn

    SOCT600 sensoroptie HN Inductieve geleidbaarheid + debiet schakelaar op paneel...
  • Pagina 117: Sods600 Sensoroptie Ff Of Fn

    102586 Moer 191655-03* Kabel. 103419 Washer 103422 O-ring Zie de opmerking "A" 102594 O-ring 191279-R Flow cell Opmerking "A" (Worden apart verkocht) 191300 Vrije Chloor, 0-20 ppm -FF heeft twee van deze eenheden 191280 Chloordioxide, 0-20 ppm -FN heeft een van deze eenheden 191320 Ozon, 0-20 ppm 191338 Perazijnzuur, 0-2000 ppm 191445 Chloor –...
  • Pagina 118: Sods600 Sensoroptie Pn

    SODS600 sensoroptie PN Enkelvoudige DIS debiet schakelaar op paneel (Bestel desinfectiesensor(en) afzonderlijk)
  • Pagina 119: Sods600 Sensoroptie Px

    SODS600 sensoroptie PX DIS plus pH/ORP/koeltoren geleidbaarheid tee met debiet schakelaar op paneel (Bestel desinfectiesensor en WEL electrode met voorversterker of koeltoren geleidbaarheid sensor afzonderlijk)
  • Pagina 120: Soph600 Sensoroptie Pn

    Worden apart verkocht SOPH600 sensoroptie PN Enkelvoudige lage druk debiet schakelaar op paneel (Bestel WEL elektrode(s) en voorversterkers afzonderlijk)
  • Pagina 121: Soph600 Sensoroptie Px

    Worden apart verkocht SOPH600 sensoroptie PX Dubbele lage druk debiet schakelaar op paneel (Bestel WEL elektrode(s) en voorversterkers afzonderlijk)
  • Pagina 122: Servicebeleid

    10,0 SERVICEBELEID Walchem-controllers hebben een garantie van 2 jaar op elektronische componenten en een garantie van 1 jaar op mecha- nische onderdelen en elektroden. Zie de Beperkte garantie-verklaring voorin de handleiding voor de details. Walchem-controllers worden ondersteund door een wereldwijd netwerk van geautoriseerde hoofddistributeurs. Neem contact op met uw geautoriseerde Walchem-distributeur voor hulp bij het oplossen van storingen, reserveonderdelen en service.

Inhoudsopgave